Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. manchon:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor manchon (Frans) in het Duits

manchon:

manchon [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le manchon (manche)
    der Ärmel; der Muff
    • Ärmel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Muff [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. le manchon (douille; raccord; culot)
    die Fassung; Gestell
    • Fassung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gestell [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. le manchon (mèche)
    der Docht; der Glühstrumpf

Vertaal Matrix voor manchon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Docht manchon; mèche mèche; mèche de flambeau; mèche à allumer
Fassung culot; douille; manchon; raccord fascicule; monture; monture de lunettes; sertissage; édition
Gestell culot; douille; manchon; raccord base; cadre; cadres; carcasse; charpente; chevalet; châssis; crémaillère; encadrement; grille; l'ossature; monture; monture de lunettes; pied; piédestal; socle; soutien; squelette; statif; support; séchoir à linge; tréteau; échafaudage; étagère
Glühstrumpf manchon; mèche
Muff manche; manchon
Ärmel manche; manchon

Synoniemen voor "manchon":


Wiktionary: manchon

manchon
noun
  1. Technik: kurzes rohrförmiges Verbindungsstück zum Verbinden von Rohren oder elektrischen Leitungen
  2. Kleidung: eine Hülle aus Pelz oder gefüttertem Stoff zum Wärmen oder Warmhalten der Hände

Cross Translation:
FromToVia
manchon Grommet grommet — reinforced eyelet, or a small metal or plastic ring
manchon Griff handle — part of an object which is held in the hand when used or moved
manchon Muff muff — a piece of fur or cloth for keeping the hands warm