Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. jointure:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor jointure (Frans) in het Duits

jointure:

jointure [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la jointure (articulation des os; articulation)
    Gelenk; der Gelenkknubbel
  2. la jointure (articulation)
    Gelenk; Glied
    • Gelenk [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Glied [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. la jointure
    der Knöchel; Knöchelgelenk
  4. la jointure

Vertaal Matrix voor jointure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gelenk articulation; articulation des os; jointure
Gelenkknubbel articulation; articulation des os; jointure condyle
Glied articulation; jointure chaînon; fragment; maillon; membres; membres du corps humain; partie
Knöchel jointure os
Knöchelgelenk jointure cheville
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Join jointure
Verknüpfung jointure alias; liaison; liaison OLE/DDE; raccourci

Synoniemen voor "jointure":


Wiktionary: jointure

jointure
noun
  1. Linguistik: eingeschobenes Element zwischen den Bestandteilen (Konstituenten) eines zusammengesetzten Wortes (Kompositums)

Cross Translation:
FromToVia
jointure Verbindung join — an intersection of piping or wiring; an interconnect
jointure Gelenk joint — part of the body where bones join
jointure Verbindung joint — point of a rigid joint, means of joining in carpentry
jointure Fingerknöchel; Knöchel knokkel — het gewricht dat de vingers met de hand verbindt, vooral zichtbaar als men de vingers buigt