Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor intrus (Frans) in het Duits

intrus:

intrus [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'intrus (infiltrant)
    der Infiltrant; der Fremdkörper; der Zudringling; der Einbrecher; der Einschleicher; der Eindringling
  2. l'intrus (profanes; non-initiés; outsiders)
    der Außenseiter

Vertaal Matrix voor intrus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Außenseiter intrus; non-initiés; outsiders; profanes le fait de ne pas être le favorit; non-initié; non-initiés; profane; profanes
Einbrecher infiltrant; intrus brigand; cambrioleur; monte-en-l'air; voleur
Eindringling infiltrant; intrus monte-en-l'air; voleur
Einschleicher infiltrant; intrus monte-en-l'air; voleur
Fremdkörper infiltrant; intrus
Infiltrant infiltrant; intrus
Zudringling infiltrant; intrus

Synoniemen voor "intrus":


Wiktionary: intrus


Cross Translation:
FromToVia
intrus Eindringling intruder — someone who intrudes