Informateur in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

informateur:
- Journalist; Berichterstatter; Korrespondent; Kommentator; Informant; Spitzel
Wiktionary:
- informateur → Informantin, Informant, Spitzel

Frans

Uitgebreide vertaling voor informateur (Frans) in het Duits

l'informateur (envoyé spécial; reporter; correspondant; commentateur; rapporteur; tuyauteur; chroniqueur)
der Journalist; der Berichterstatter; der Korrespondent; der Kommentator; der Informant
- Journalist [der ~] zelfstandig naamwoord
- Berichterstatter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Korrespondent [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kommentator [der ~] zelfstandig naamwoord
- Informant [der ~] zelfstandig naamwoord
l'informateur (indicateur; informant; délateur; tuyauteur; dénonciateur)
der Informant; der Spitzel
- Informant [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spitzel [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Berichterstatter	chroniqueur; commentateur; correspondant; envoyé spécial; informateur; rapporteur; reporter; tuyauteur	correspondant
Informant	chroniqueur; commentateur; correspondant; délateur; dénonciateur; envoyé spécial; indicateur; informant; informateur; rapporteur; reporter; tuyauteur	délateur; dénonciateur; informant
Journalist	chroniqueur; commentateur; correspondant; envoyé spécial; informateur; rapporteur; reporter; tuyauteur	correspondant
Kommentator	chroniqueur; commentateur; correspondant; envoyé spécial; informateur; rapporteur; reporter; tuyauteur
Korrespondent	chroniqueur; commentateur; correspondant; envoyé spécial; informateur; rapporteur; reporter; tuyauteur	correspondant
Spitzel	délateur; dénonciateur; indicateur; informant; informateur; tuyauteur	agent; agent secret; agents secrets; avertisseurs; complices; délateur; délateurs; dénonciateur; détecteur; espion; espions; guetteur; informant; lampe-témoin; mouchard; rapporteurs; témoin; voyeur

Cross Translation:

From	To	Via
• informateur	→ Informantin; Informant	↔ informant — one who relays confidential information
• informateur	→ Spitzel	↔ snitch — informer, usually one who betrays his group