Incident in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

incident:
- Vorfall; Ereignis; Begebenheit; Geschehen; Vorgang; Eintreten; Zwischenfall; Absturz; Vertrag; Anfrage
- dazwischen kommend; zischendurch auftretend
Wiktionary:
- incident → Zwischenfall, Ereignis, Begebenheit
- incident → Vorfall, Begebenheit, Geschehnis, Ereignis

Frans

Uitgebreide vertaling voor incident (Frans) in het Duits

l'incident (événement; fait)
der Vorfall; die Ereignis; die Begebenheit; Geschehen; der Vorgang; Eintreten
- Vorfall [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ereignis [die ~] zelfstandig naamwoord
- Begebenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geschehen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Vorgang [der ~] zelfstandig naamwoord
- Eintreten [das ~] zelfstandig naamwoord
l'incident (événement; actualité; fait)
Ereignis
- Ereignis [das ~] zelfstandig naamwoord
l'incident (petite affaire; histoire; événement; affaire; cas)
der Zwischenfall
- Zwischenfall [der ~] zelfstandig naamwoord
l'incident
Absturz
- Absturz
l'incident
der Vorfall
- Vorfall [der ~] zelfstandig naamwoord
l'incident (tâche; contrat; demande de devis)
der Vertrag; die Anfrage
- Vertrag [der ~] zelfstandig naamwoord
- Anfrage [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anfrage	contrat; demande de devis; incident; tâche	demande; exigence; instance; interpellation; problème; question; requête; revendication; réclamation; réquisition
Begebenheit	fait; incident; événement
Eintreten	fait; incident; événement	arrivée; entrée; entrées; fait d'entrer à coups de pied; incursion; intrusion; pénétrabilité; pénétration; venue
Ereignis	actualité; fait; incident; événement	histoire
Geschehen	fait; incident; événement	histoire
Vertrag	contrat; demande de devis; incident; tâche	accord; alliance; chaînon; coalition; confédération; contrat; convention; corporation; document; document justificatif; fédération; liaison; lien; ligue; pacte; pièce justificative; pièces à conviction; rapport; relation; syndicat; traité; union
Vorfall	fait; incident; événement	cas; fait; question
Vorgang	fait; incident; événement	cas; fait; opération; question
Zwischenfall	affaire; cas; histoire; incident; petite affaire; événement	cas; fait; question
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Absturz	incident
Ereignis		événement
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dazwischen kommend	incident; intervenant	interrompant
zischendurch auftretend	incident; intervenant

incident

noun

ein unvorhergesehenes, störendes Ereignis
- Zwischenfall → incident
ein - meist bedeutsames - Geschehen oder Erlebnis
- Ereignis → événement; incident
etwas, das sich ereignet hat
- Begebenheit → incident; évènement

Cross Translation:

From	To	Via
• incident	→ Vorfall; Begebenheit; Geschehnis; Ereignis	↔ incident — event or occurrence