Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
- grave:
- graver:
-
Wiktionary:
- grave → stumpf, an, bedeutend, bedeutsam, beträchtlich, erheblich, ernst, wichtig, gravitätisch, gravierend, ernsthaft, schwer, schwerwiegend
- grave → durchgreifend, bass, tief
- graver → radieren, gravieren
- graver → prägen, brennen, gravieren, beizen, ätzen, radieren, bohren, ausstechen, ausmeißeln, aushauen
Frans
Uitgebreide vertaling voor grave (Frans) in het Duits
grave:
-
grave (inquiétant; mal; sérieux; mauvais; fâcheux)
-
grave (sincère; sérieux; sérieusement; gravement)
ernsthaft; wahrhaftig; ernst; feierlich-
ernsthaft bijvoeglijk naamwoord
-
wahrhaftig bijvoeglijk naamwoord
-
ernst bijvoeglijk naamwoord
-
feierlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
grave (digne; distingué; noble; avec dignité; dignement; digne de; solennel; solennellement)
würdig; stattlich; erhaben; würdevoll; hocherhaben-
würdig bijvoeglijk naamwoord
-
stattlich bijvoeglijk naamwoord
-
erhaben bijvoeglijk naamwoord
-
würdevoll bijvoeglijk naamwoord
-
hocherhaben bijvoeglijk naamwoord
-
-
grave (solennel; distingué; vénérable; cérémonieusement; solennellement; digne de; cérémonieux; avec dignité; dignement)
stattlich; königlich; herrschaftlich; gehoben; feierlich; vornehm; förmlich; festlich; würdevoll; hocherhaben; herrlich; erhaben; würdig; elegant; ansehnlich-
stattlich bijvoeglijk naamwoord
-
königlich bijvoeglijk naamwoord
-
herrschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
gehoben bijvoeglijk naamwoord
-
feierlich bijvoeglijk naamwoord
-
vornehm bijvoeglijk naamwoord
-
förmlich bijvoeglijk naamwoord
-
festlich bijvoeglijk naamwoord
-
würdevoll bijvoeglijk naamwoord
-
hocherhaben bijvoeglijk naamwoord
-
herrlich bijvoeglijk naamwoord
-
erhaben bijvoeglijk naamwoord
-
würdig bijvoeglijk naamwoord
-
elegant bijvoeglijk naamwoord
-
ansehnlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
grave (très sérieux)
bitterernst-
bitterernst bijvoeglijk naamwoord
-
-
grave (sérieux; sérieusement; sincère; gravement)
Vertaal Matrix voor grave:
Synoniemen voor "grave":
Wiktionary: grave
grave
Cross Translation:
adjective
grave
-
Qui peut avoir des conséquences fâcheuses.
adjective
-
oft spöttisch: würdevoll, gemessen, mit (steifer) Würde
-
schwerwiegend, bedeutend
-
gefährlich, schlimm
-
stark ausgeprägt (von negativen Dingen)
-
gravierend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• grave | → bass | ↔ bass — low in pitch |
• grave | → tief | ↔ deep — of a sound or voice, low in pitch |
grave vorm van graver:
graver werkwoord (grave, graves, gravons, gravez, gravent, gravais, gravait, gravions, graviez, gravaient, gravai, gravas, grava, gravâmes, gravâtes, gravèrent, graverai, graveras, gravera, graverons, graverez, graveront)
Conjugations for graver:
Présent
- grave
- graves
- grave
- gravons
- gravez
- gravent
imparfait
- gravais
- gravais
- gravait
- gravions
- graviez
- gravaient
passé simple
- gravai
- gravas
- grava
- gravâmes
- gravâtes
- gravèrent
futur simple
- graverai
- graveras
- gravera
- graverons
- graverez
- graveront
subjonctif présent
- que je grave
- que tu graves
- qu'il grave
- que nous gravions
- que vous graviez
- qu'ils gravent
conditionnel présent
- graverais
- graverais
- graverait
- graverions
- graveriez
- graveraient
passé composé
- ai gravé
- as gravé
- a gravé
- avons gravé
- avez gravé
- ont gravé
divers
- grave!
- gravez!
- gravons!
- gravé
- gravant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor graver:
Synoniemen voor "graver":
Wiktionary: graver
graver
Cross Translation:
verb
-
-
-
etwas (Bilder, Ornamente, Wörter, Zeichen) in hartes Material einschneiden
-
(transitiv) selten: sich in solch eindringlicher Weise über etwas bewusst werden beziehungsweise sich in solch eindringlichem Maße etwas bewusst machen, dass es im Gedächtnis haften bleibt
-
-
-
transitiv, EDV: mit einem Brenner eine Zusammenstellung von Musik- oder anderen Daten auf CD oder DVD archivieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• graver | → brennen | ↔ burn — write data |
• graver | → gravieren | ↔ engrave — carve text or symbols into (something) |
• graver | → beizen; ätzen; radieren | ↔ etch — to engrave |
• graver | → bohren; ausstechen | ↔ gouge — make a mark by scooping |
• graver | → ausmeißeln; aushauen | ↔ uitbeitelen — met een beitel uithakken |
• graver | → gravieren | ↔ graveren — met een scherp gereedschap iets krassen in glas of metaal |