Frans
Uitgebreide vertaling voor fréquent (Frans) in het Duits
fréquent:
-
fréquent (bien des fois; souvent; plusieurs fois; fréquemment; a plusieurs reprises; maintes fois; régulièrement; plus d'une fois)
-
fréquent (souvent; régulièrement; fréquemment; plusieurs fois; bien des fois; maintes fois; a plusieurs reprises; plus d'une fois)
regelmäßig; häufig; viel; mehrmals; frequent; mehrfach; wiederholt; hoch; schwer; turnusmäßig; stark; gleichmäßig; haufenweise-
regelmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
häufig bijvoeglijk naamwoord
-
viel bijvoeglijk naamwoord
-
mehrmals bijvoeglijk naamwoord
-
frequent bijvoeglijk naamwoord
-
mehrfach bijvoeglijk naamwoord
-
wiederholt bijvoeglijk naamwoord
-
hoch bijvoeglijk naamwoord
-
schwer bijvoeglijk naamwoord
-
turnusmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
stark bijvoeglijk naamwoord
-
gleichmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
haufenweise bijvoeglijk naamwoord
-
-
fréquent (systématiquement; régulièrement; réglé; régulier; fréquemment; souvent; systématique)
regelmäßig; in einem festen Rythmus; gleichmäßig-
regelmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
in einem festen Rythmus bijvoeglijk naamwoord
-
gleichmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fréquent:
Synoniemen voor "fréquent":
Computer vertaling door derden: