Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
- favoriser:
-
Wiktionary:
- favoriser → beeilen, beschleunigen, fördern, befördern, schneller machen, akzelerieren, favorisieren, bevorzugen
- favoriser → begünstigen, vorziehen
Frans
Uitgebreide vertaling voor favoriser (Frans) in het Duits
favoriser:
favoriser werkwoord (favorise, favorises, favorisons, favorisez, favorisent, favorisais, favorisait, favorisions, favorisiez, favorisaient, favorisai, favorisas, favorisa, favorisâmes, favorisâtes, favorisèrent, favoriserai, favoriseras, favorisera, favoriserons, favoriserez, favoriseront)
-
favoriser (promouvoir quelque chose; promouvoir)
-
favoriser (animer quelqu'un; promouvoir; applaudir; exciter; ovationner; acclamer; enthousiasmer; inspirer; ranimer; stimuler; attiser; vivifier; donner du courage)
-
favoriser (avantager; privilégier; gratifier)
begünstigen; bevorrechten; bevorzugen-
bevorrechten werkwoord (bevorrechte, bevorrechtest, bevorrechtet, bevorrechtete, bevorrechtetet, bevorrechtet)
-
favoriser (faire un don; donner; gratifier; accorder; privilégier; verser; faire présent de; avantager)
geben; schenken; gießen; erweisen; spenden; bevorzugen; ausstellen; verschenken; begünstigen; einschenken; einreichen; austeilen; bevorrechten; verehren; stiften-
spenden werkwoord
-
einschenken werkwoord (schenke ein, schenkst ein, schenkt ein, schenkte ein, schenktet ein, eingeschenkt)
-
bevorrechten werkwoord (bevorrechte, bevorrechtest, bevorrechtet, bevorrechtete, bevorrechtetet, bevorrechtet)
Conjugations for favoriser:
Présent
- favorise
- favorises
- favorise
- favorisons
- favorisez
- favorisent
imparfait
- favorisais
- favorisais
- favorisait
- favorisions
- favorisiez
- favorisaient
passé simple
- favorisai
- favorisas
- favorisa
- favorisâmes
- favorisâtes
- favorisèrent
futur simple
- favoriserai
- favoriseras
- favorisera
- favoriserons
- favoriserez
- favoriseront
subjonctif présent
- que je favorise
- que tu favorises
- qu'il favorise
- que nous favorisions
- que vous favorisiez
- qu'ils favorisent
conditionnel présent
- favoriserais
- favoriserais
- favoriserait
- favoriserions
- favoriseriez
- favoriseraient
passé composé
- ai favorisé
- as favorisé
- a favorisé
- avons favorisé
- avez favorisé
- ont favorisé
divers
- favorise!
- favorisez!
- favorisons!
- favorisé
- favorisant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor favoriser:
Synoniemen voor "favoriser":
Wiktionary: favoriser
favoriser
Cross Translation:
verb
favoriser
-
traiter avec les signes d’une préférence ou d'une bienveillance marquer.
- favoriser → beeilen; beschleunigen; fördern; befördern; schneller machen; akzelerieren
verb
-
jemanden oder etwas bevorzugen
-
als voraussichtlichen Sieger eines Wettbewerbs sehen oder nennen
-
jemanden oder etwas besser behandeln als andere
-
-
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• favoriser | → begünstigen | ↔ favor — to look upon fondly; to prefer |
• favoriser | → begünstigen; vorziehen | ↔ bevoordelen — iemand ~: aan iemand bijzondere gunsten verlenen |