Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. fausseur:


Frans

Uitgebreide vertaling voor fausseur (Frans) in het Duits

fausseur:

fausseur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le fausseur (menteur; trompeur; fabulateur)
    der Lügner; der Lügenbold; der Schwindler; der Heuchler; der Hochstapler

Vertaal Matrix voor fausseur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Heuchler fabulateur; fausseur; menteur; trompeur dissimulateur; fausse dévote; faux dévot; hypocrite; personne qui feint; simulateur; tartuf
Hochstapler fabulateur; fausseur; menteur; trompeur carambouilleur; dupeur; escroc; imposteur; trompeur
Lügenbold fabulateur; fausseur; menteur; trompeur
Lügner fabulateur; fausseur; menteur; trompeur
Schwindler fabulateur; fausseur; menteur; trompeur amateur; bousilleur; bricoleur; carambouilleur; dupeur; dupeurs; escroc; escrocs; fricoteur; fricoteurs; gâte-métier; imposteur; menteurs; tricheurs; trompeur; trompeurs