Frans
Uitgebreide vertaling voor familial (Frans) in het Duits
familial:
-
familial (à l'aise; agréable; douillet; agréablement; confortable; familier; bien confortable; intime; confortablement; intimement; dans l'intimité)
-
familial (apparenté; allié; proche)
relatiert; stammverwandt; verbunden; alliiert-
relatiert bijvoeglijk naamwoord
-
stammverwandt bijvoeglijk naamwoord
-
verbunden bijvoeglijk naamwoord
-
alliiert bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor familial:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verbunden | allié; apparenté; familial; proche | allié; liant; lié; lié à; noué; par rapport à; réuni; unanime; unanimement; uni; unissant; à bandes |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
alliiert | allié; apparenté; familial; proche | allié; analogue; apparenté; conforme; parent; proche; semblable |
gemutlich | agréable; agréablement; bien confortable; confortable; confortablement; dans l'intimité; douillet; familial; familier; intime; intimement; à l'aise | |
relatiert | allié; apparenté; familial; proche | |
stammverwandt | allié; apparenté; familial; proche | allié; analogue; apparenté; conforme; congénère; parent; paronyme; proche; semblable |
wohlfühlend | agréable; agréablement; bien confortable; confortable; confortablement; dans l'intimité; douillet; familial; familier; intime; intimement; à l'aise |
Synoniemen voor "familial":
Computer vertaling door derden: