Faim in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

faim:
- Hunger; Eßlust; Magenknurren; Appetit; Hungergefühl; Lust haben etwas zu essen; Hungersnot
Wiktionary:
- faim → Hunger, Knast
- faim → Hunger, Verhungern

Frans

Uitgebreide vertaling voor faim (Frans) in het Duits

la faim (appétit)
der Hunger; die Eßlust; Magenknurren; der Appetit; Hungergefühl
- Hunger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Eßlust [die ~] zelfstandig naamwoord
- Magenknurren [das ~] zelfstandig naamwoord
- Appetit [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hungergefühl [das ~] zelfstandig naamwoord
la faim (appétit)
der Appetit
- Appetit [der ~] zelfstandig naamwoord
la faim (petit creux; appétit)
die Lust haben etwas zu essen
- Lust haben etwas zu essen [die ~] zelfstandig naamwoord
la faim (famine; disette)
die Hungersnot
- Hungersnot [die ~] zelfstandig naamwoord
la faim
der Hunger
- Hunger [der ~] zelfstandig naamwoord

faim

noun

Sensation qui révèle l’envie ou le besoin de manger. (Sens général)
- faim → Hunger

faim

noun

ostdeutsch umgangssprachlich: großer Hunger
- Knast → faim
übertragen: dem Verlangen nach Essen vergleichbares Verlangen
- Hunger → désir; envie; soif; faim
Verlangen nach Essen
- Hunger → faim

Cross Translation:

From	To	Via
• faim	→ Hunger	↔ hunger — need for food
• faim	→ Verhungern; Hunger	↔ starvation — a condition of severe suffering due to a lack of nutrition
• faim	→ Hunger	↔ honger — behoefte aan voedsel