Embouteillage in het Duits vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

embouteillage:
- Verkehrsstauung; Stau; Stauung; Reihe; Schlange; Kolonne; Kette; Serie; Stockung; Engpaß; Verkehrsengpaß; Flaschen Abfühlbetrieb; Fühlerei; Fahrbahnverengung; Stagnation; Sperrung; Abfüllung
Wiktionary:
- embouteillage → Verkehrsstau
- embouteillage → Stau, Verkehrsstau, Stockung

Frans

Uitgebreide vertaling voor embouteillage (Frans) in het Duits

embouteillage:

embouteillage [le ~] zelfstandig naamwoord

l'embouteillage (bouchon; encombrement)
die Verkehrsstauung; der Stau; die Stauung
- Verkehrsstauung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stau [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stauung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'embouteillage (queue)
der Stau; die Reihe; die Schlange; die Kolonne; die Kette; die Serie; die Stauung; die Stockung
- Stau [der ~] zelfstandig naamwoord
- Reihe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlange [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kolonne [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kette [die ~] zelfstandig naamwoord
- Serie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stauung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stockung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'embouteillage (point chaud; goulot; goulet d'étranglement)
der Engpaß; der Verkehrsengpaß
- Engpaß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Verkehrsengpaß [der ~] zelfstandig naamwoord
l'embouteillage (stagnation; obstruction; bouchon; engorgement; constipation; encombrement; cumul)
der Stau; die Verkehrsstauung
- Stau [der ~] zelfstandig naamwoord
- Verkehrsstauung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'embouteillage (atelier de mise en bouteilles; mise en bouteille)
der Flaschen Abfühlbetrieb; die Fühlerei
- Flaschen Abfühlbetrieb [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fühlerei [die ~] zelfstandig naamwoord
l'embouteillage (rétrécissement de la route; goulot; rétrécissement; goulet d'étranglement)
der Engpaß; die Fahrbahnverengung
- Engpaß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fahrbahnverengung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'embouteillage (stagnation; immobilité; cessation; bouchon; arrêt; encombrement; cumul; obstruction; constipation; amoncellement; entassement)
die Stagnation; die Sperrung; die Stauung
- Stagnation [die ~] zelfstandig naamwoord
- Sperrung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stauung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'embouteillage
die Abfüllung
- Abfüllung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor embouteillage:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Abfüllung	embouteillage	débit de bière; mise en bouteille; mise en bouteilles; service
Engpaß	embouteillage; goulet d'étranglement; goulot; point chaud; rétrécissement; rétrécissement de la route	détroit; gorge; isthme; passage étroit; étroitesse
Fahrbahnverengung	embouteillage; goulet d'étranglement; goulot; rétrécissement; rétrécissement de la route
Flaschen Abfühlbetrieb	atelier de mise en bouteilles; embouteillage; mise en bouteille
Fühlerei	atelier de mise en bouteilles; embouteillage; mise en bouteille
Kette	embouteillage; queue	bande; barre; chaîne; chaînette; collier; corde; cycle; câble; enchaînement; file; ligne; lisse; rang; rangs; règle; séquence; série
Kolonne	embouteillage; queue	colonne; colonnette; pilier
Reihe	embouteillage; queue	bande; barre; collection; corde; cycle; câble; file; filet; gamme; ligne; ordre; rang; rangs; rangée; règle; succession; suite; séquence; série; traînée
Schlange	embouteillage; queue	bande; barre; canaille; casse-cul; charogne; chienne; chipie; coquin; corde; crapule; câble; dragon; emmerdeur; file; furie; gendarme; hydrophis; ligne; misérable; mégère; nana; poison; poulette; rang; rangs; rangée; renarde; règle; sale type; salope; serpent; serpent des champs; sorcière; tarte; tuyau d'arrosage; vache; vieille; vipère; virago
Serie	embouteillage; queue	bande; barre; collection; corde; cycle; câble; file; gamme; ligne; périodicité; rang; rangs; rangée; règle; suite; séquence; série
Sperrung	amoncellement; arrêt; bouchon; cessation; constipation; cumul; embouteillage; encombrement; entassement; immobilité; obstruction; stagnation	barrage; barrage d'une rue; barricade; barrière; blocage; blocus; clôture; défense; encombrement; interdiction; interruption; obstruction; prohibition; ralentissement; révocation
Stagnation	amoncellement; arrêt; bouchon; cessation; constipation; cumul; embouteillage; encombrement; entassement; immobilité; obstruction; stagnation	immobilité; stagnation
Stau	bouchon; constipation; cumul; embouteillage; encombrement; engorgement; obstruction; queue; stagnation
Stauung	amoncellement; arrêt; bouchon; cessation; constipation; cumul; embouteillage; encombrement; entassement; immobilité; obstruction; queue; stagnation	arrimage; bouchon; constipation; entassement; immobilité; obstruction; ralentissement; stagnation
Stockung	embouteillage; queue	bouchon; encombrement; immobilité; interruption; obstruction; ralentissement; stagnation; usure; usure en marchant
Verkehrsengpaß	embouteillage; goulet d'étranglement; goulot; point chaud
Verkehrsstauung	bouchon; constipation; cumul; embouteillage; encombrement; engorgement; obstruction; stagnation

Synoniemen voor "embouteillage":

bouchon; retenue; encombrement

Wiktionary: embouteillage

embouteillage

noun

Verkehrsstockung von Fahrzeugen auf Verkehrswegen
- Verkehrsstau → bouchon; embouteillage

Cross Translation:

From	To	Via
• embouteillage	→ Stau	↔ congestion — excess of traffic
• embouteillage	→ Stau	↔ gridlock — on a smaller scale
• embouteillage	→ Stau	↔ jam — blockage, congestion
• embouteillage	→ Verkehrsstau; Stau; Stockung	↔ traffic jam — situation in which all road traffic is stationary or very slow

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal embouteillage van Frans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor embouteillage (Frans) in het Duits

embouteillage:

embouteillage [le ~] zelfstandig naamwoord

l'embouteillage (bouchon; encombrement)

l'embouteillage (queue)

l'embouteillage (point chaud; goulot; goulet d'étranglement)

l'embouteillage (stagnation; obstruction; bouchon; engorgement; constipation; encombrement; cumul)

l'embouteillage (atelier de mise en bouteilles; mise en bouteille)

l'embouteillage (rétrécissement de la route; goulot; rétrécissement; goulet d'étranglement)

l'embouteillage (stagnation; immobilité; cessation; bouchon; arrêt; encombrement; cumul; obstruction; constipation; amoncellement; entassement)

l'embouteillage

Vertaal Matrix voor embouteillage:

Synoniemen voor "embouteillage":

Wiktionary: embouteillage