Effets in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

effets:
- Folgen; Effekte; Wirkung; Kleider; Kleidung; Zeug; Aktien; Resultate; Auswirkungen

Frans

Uitgebreide vertaling voor effets (Frans) in het Duits

l'effets (resultats; suites)
die Folgen; der Effekte; die Wirkung
- Folgen [die ~] zelfstandig naamwoord
- Effekte [der ~] zelfstandig naamwoord
- Wirkung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'effets (vêtements; habits)
die Kleider; die Kleidung; Zeug
- Kleider [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kleidung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zeug [das ~] zelfstandig naamwoord
l'effets (titres valeurs)
die Aktien; die Effekte
- Aktien [die ~] zelfstandig naamwoord
- Effekte [die ~] zelfstandig naamwoord
l'effets (résultats)
die Resultate; die Effekte
- Resultate [die ~] zelfstandig naamwoord
- Effekte [die ~] zelfstandig naamwoord
l'effets (résultats; conséquences)
Resultate; die Auswirkungen; der Effekte
- Resultate [das ~] zelfstandig naamwoord
- Auswirkungen [die ~] zelfstandig naamwoord
- Effekte [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Aktien	effets; titres valeurs
Auswirkungen	conséquences; effets; résultats
Effekte	conséquences; effets; resultats; résultats; suites; titres valeurs
Folgen	effets; resultats; suites
Kleider	effets; habits; vêtements	babioles; choses; costume; habillement; habit; habits; linge; robes; tenue; toilette; vêtements; équipement
Kleidung	effets; habits; vêtements	babioles; choses; confection; costume; habillement; habit; habits; linge; mise; prêt-à-porter; tenue; toilette; vêtement; vêtements; vêtements de confection; équipement
Resultate	conséquences; effets; résultats
Wirkung	effets; resultats; suites	aboutissant; aboutissement; agression à main armée; attentat; conséquence; contact; développement; effet; essai; fonctionnement; impact; implication; résultat; tape; tentative; toucher
Zeug	effets; habits; vêtements	affaires; article; bibine; biens; brimborions; camelote; canaille; chose; choses; costume; courbe; courbure; foule; habillement; habit; habits; objet; pacotille; plèbe; populace; produit; racaille; rondeur; substance; tenue; toilette; tournant; truc; trucs; vêtements; équipement; étoffe