Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. croustillant:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor croustillant (Frans) in het Duits

croustillant:

croustillant bijvoeglijk naamwoord

  1. croustillant (croquant)
    knusprig
  2. croustillant (croquant)
    knackend; knusprig
  3. croustillant (friable; cassant)
    mürbe; bröcklig
  4. croustillant (piquant; relevé; épicé; salé; poivré)
    pikant
    • pikant bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor croustillant:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bröcklig cassant; croustillant; friable cassable; cassant; délicat; faible; farineux; fragile; fragilement; friable; frêle; vulnérable
knackend croquant; croustillant
knusprig croquant; croustillant
mürbe cassant; croustillant; friable branlant; cassable; cassant; chancelant; chevrotant; croulant; délabré; délicat; en mauvais état; faible; fragile; fragilement; friable; frêle; inconstant; instable; juteux; mol; molle; mou; savoureux; spongieux; succulent; vulnérable
pikant croustillant; piquant; poivré; relevé; salé; épicé appétissant; chaud; pimenté; piquant; poivré; ragoûtant; salé; âcre; âpre; épicé

Synoniemen voor "croustillant":


Wiktionary: croustillant

croustillant
adjective
  1. übertragen: anstößig, schlüpfrig, obszön
  2. besonders norddeutsch: frisch gebacken oder gebraten und somit eine harte Kruste aufweisend, die leicht platzt

Computer vertaling door derden: