Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
-
correct:
- gut; richtig; korrekt; gründlich; genau; einwandfrei; tadellos; akkurat; gewissenhaft; haargenau; peinlich genau; minuziös; passend; geziemend; ordentlich; fleckenlos; makellos; fehlerfrei; schicklich; angemessen; höflich; sittsam; anständig; ehrenwert; artig; wohlerzogen; galant; tugendhaft; ehrbar; achtenswert; wohlanständig; brav; gepflegt; sauber; züchtig; dezent; wie sich's gehört; gebildet; zivilisiert; leidlich; erträglich; perfekt; fehlerlos; lupenrein; respektabel; ansehnlich
-
Wiktionary:
- correct → korrekt, porno, koscher, fair
- correct → alles in Ordnung, richtig, korrekt, einwandfrei, vernünftig, stimmt
Frans
Uitgebreide vertaling voor correct (Frans) in het Duits
correct:
-
correct (approprié; juste; satisfaisant; correctement; précisément; soigneusement; avec application; exact; exactement; précis; minutieux; minutieuse; minutieusement)
gut; richtig; korrekt; gründlich; genau; einwandfrei; tadellos; akkurat; gewissenhaft; haargenau; peinlich genau; minuziös-
gut bijvoeglijk naamwoord
-
richtig bijvoeglijk naamwoord
-
korrekt bijvoeglijk naamwoord
-
gründlich bijvoeglijk naamwoord
-
genau bijvoeglijk naamwoord
-
einwandfrei bijvoeglijk naamwoord
-
tadellos bijvoeglijk naamwoord
-
akkurat bijvoeglijk naamwoord
-
gewissenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
haargenau bijvoeglijk naamwoord
-
peinlich genau bijvoeglijk naamwoord
-
minuziös bijvoeglijk naamwoord
-
-
correct
-
correct (impeccable; irréprochable)
korrekt; einwandfrei; ordentlich; fleckenlos; makellos; fehlerfrei; tadellos-
korrekt bijvoeglijk naamwoord
-
einwandfrei bijvoeglijk naamwoord
-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
fleckenlos bijvoeglijk naamwoord
-
makellos bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerfrei bijvoeglijk naamwoord
-
tadellos bijvoeglijk naamwoord
-
-
correct (décent; approprié; convenable; convenablement)
passend; schicklich; angemessen; geziemend-
passend bijvoeglijk naamwoord
-
schicklich bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
geziemend bijvoeglijk naamwoord
-
-
correct (décent; vertueux; convenable; convenablement; vertueusement; respectable; honnêtte)
höflich; sittsam; angemessen; ordentlich; anständig; ehrenwert; artig; wohlerzogen; galant; schicklich; tugendhaft; ehrbar; achtenswert; wohlanständig-
höflich bijvoeglijk naamwoord
-
sittsam bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
anständig bijvoeglijk naamwoord
-
ehrenwert bijvoeglijk naamwoord
-
artig bijvoeglijk naamwoord
-
wohlerzogen bijvoeglijk naamwoord
-
galant bijvoeglijk naamwoord
-
schicklich bijvoeglijk naamwoord
-
tugendhaft bijvoeglijk naamwoord
-
ehrbar bijvoeglijk naamwoord
-
achtenswert bijvoeglijk naamwoord
-
wohlanständig bijvoeglijk naamwoord
-
-
correct (convenable; convenablement; décemment; décent)
ordentlich; anständig; angemessen-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
anständig bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
-
correct (décent; vertueux; bienséance; convenable; honnêtement; décemment; sincère; franchement; franc; honnête; équitable; convenablement; avec raison; séant; de bonne foi; vertueusement; avec équité)
brav; korrekt; gepflegt; angemessen; sauber; höflich; züchtig; tugendhaft; dezent; sittsam-
brav bijvoeglijk naamwoord
-
korrekt bijvoeglijk naamwoord
-
gepflegt bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
sauber bijvoeglijk naamwoord
-
höflich bijvoeglijk naamwoord
-
züchtig bijvoeglijk naamwoord
-
tugendhaft bijvoeglijk naamwoord
-
dezent bijvoeglijk naamwoord
-
sittsam bijvoeglijk naamwoord
-
-
correct (comme il faut; convenablement; convenable; décemment; comme il se doit; décent)
wie sich's gehört-
wie sich's gehört bijvoeglijk naamwoord
-
-
correct (exactement; juste; justement; exact; précis; précisément; correctement)
-
correct (courtois; civilisé; comme il faut; propre; poli; cultivé; bien élevé; convenable; décent; respectable)
höflich; anständig; gebildet; wohlerzogen; zivilisiert; wohlanständig-
höflich bijvoeglijk naamwoord
-
anständig bijvoeglijk naamwoord
-
gebildet bijvoeglijk naamwoord
-
wohlerzogen bijvoeglijk naamwoord
-
zivilisiert bijvoeglijk naamwoord
-
wohlanständig bijvoeglijk naamwoord
-
-
correct (convenablement; convenable; respectable)
-
correct (parfait; parfaitement; excellent; fini; intégral; sans fautes; tout à fait; final; impeccable; achevé; complet; total)
perfekt; fehlerlos; fehlerfrei; einwandfrei; tadellos-
perfekt bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerlos bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerfrei bijvoeglijk naamwoord
-
einwandfrei bijvoeglijk naamwoord
-
tadellos bijvoeglijk naamwoord
-
-
correct (sans défaut; sans fautes)
fehlerlos; einwandfrei; tadellos; fehlerfrei; lupenrein-
fehlerlos bijvoeglijk naamwoord
-
einwandfrei bijvoeglijk naamwoord
-
tadellos bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerfrei bijvoeglijk naamwoord
-
lupenrein bijvoeglijk naamwoord
-
-
correct (respectable; honorable; décent; estimable)
Vertaal Matrix voor correct:
Synoniemen voor "correct":
Wiktionary: correct
correct
Cross Translation:
adjective
correct
-
Sans faute
- correct → korrekt
adjective
-
jugendsprachlich: großartig, toll
-
umgangssprachlich, im übertragenen Sinne: in tadellosem Zustand; fehlerfrei; unbedenklich
-
richtig
-
den Regeln, Richtlinien entsprechend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• correct | → alles in Ordnung | ↔ OK — satisfactory |
• correct | → richtig; korrekt; einwandfrei | ↔ correct — free from error |
• correct | → vernünftig | ↔ reasonable — just; fair; agreeable to reason |
• correct | → richtig | ↔ right — complying with justice, correct |
• correct | → richtig; stimmt | ↔ klopt — bevestiging |