Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Vertaal cloison

Vertaal cloison van Frans naar Duits

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

cloison:
- Wand; Mauer; Zwischenwand; Trennwand
- Trennung; Abtrennung; Absonderung
Wiktionary:
- cloison → Wand
- cloison → Wand, Nasenscheidewand

Frans

Uitgebreide vertaling voor cloison (Frans) in het Duits

cloison:

cloison [la ~] zelfstandig naamwoord

la cloison (mur; paroi)
die Wand; die Mauer
- Wand [die ~] zelfstandig naamwoord
- Mauer [die ~] zelfstandig naamwoord
la cloison (mur de séparation; mur séparateur; mur de démarcation; mur mitoyen)
die Zwischenwand; die Trennwand
- Zwischenwand [die ~] zelfstandig naamwoord
- Trennwand [die ~] zelfstandig naamwoord

cloison [le ~] zelfstandig naamwoord

le cloison (paroi; mur mitoyen; séparation)
die Trennung; die Abtrennung; die Absonderung
- Trennung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Abtrennung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Absonderung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cloison:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Absonderung	cloison; mur mitoyen; paroi; séparation	bifurcation; isolement; retraite; réclusion; séparation
Abtrennung	cloison; mur mitoyen; paroi; séparation	bifurcation; défection; désertion; grille; infidélité; isolement; retraite; réclusion; sécrétion; séparation; treillage
Mauer	cloison; mur; paroi	clôture; mur; muraille
Trennung	cloison; mur mitoyen; paroi; séparation	assortiment; bifurcation; brisement; choix; démêlage; fractionnement; isolement; retraite; rupture; réclusion; ségrégation; sélection; séparation
Trennwand	cloison; mur de démarcation; mur de séparation; mur mitoyen; mur séparateur
Wand	cloison; mur; paroi	clôture; mur; muraille
Zwischenwand	cloison; mur de démarcation; mur de séparation; mur mitoyen; mur séparateur

Synoniemen voor "cloison":

mur; séparation; écran; abri; éventail; filtre; panneau; paravent; portière; protection; rideau; store; tapisserie; tenture; muret; murette; muraille; rempart; fortification; paroi; Afrique

Wiktionary: cloison

cloison

noun

maçonnerie|fr Espèce de petit mur peu épais, fait de bois ou de maçonnerie et servant à la distribution d’un appartement ou d’un bâtiment quelconque.
- cloison → Wand

cloison

ein senkrecht stehendes Bauteil, das eine Fläche horizontal begrenzt, besonders die nach innen gewandte Fläche
- Wand → voile; mur; cloison

Cross Translation:

From	To	Via
• cloison	→ Nasenscheidewand	↔ nasal septum — septum in the nose

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van cloison