Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor cake (Frans) in het Duits

cake:

cake [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le cake (gâteau; quatre-quarts)
    der Kuchen; der Topfkuchen; der Napfkuchen; der Gugelhupf
  2. le cake
    der Krapfen; der Dummkopf; der Armleuchter; der Ölkuchen
  3. le cake (turban)
    der Gugelhupf; der Napfkuchen

Vertaal Matrix voor cake:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Armleuchter cake candélabres; fou; idiot; imbécile; lustres; minus; niais; nigaud; nullard; nullité; sot; toqué
Dummkopf cake abruti; benêt; bêta; chouette; cinglé; clown; crétin; dingo; dingue; fada; fou; gros bêta; gros malin; hibou; idiot; imbécile; minus; mulet; niais; nigaud; noix; nouille; nullard; nullité; oie blanche; pauvre diable; schnock; schnoque; sot; toqué; triple buse; tête d'oeuf; tête de veau; vieux schnock; âne
Gugelhupf cake; gâteau; quatre-quarts; turban
Krapfen cake beignet
Kuchen cake; gâteau; quatre-quarts biscotte; biscuit; biscuits; gâteau; gâteau feuilleté; gâteau sec; gâteaux; petit biscuit; petit four; petit gâteau; petit gâteau sec; pâtisserie; tarte; tartelette; vieillard; vieille
Napfkuchen cake; gâteau; quatre-quarts; turban
Topfkuchen cake; gâteau; quatre-quarts
Ölkuchen cake

Synoniemen voor "cake":

  • plum-cake

Wiktionary: cake


Cross Translation:
FromToVia
cake Früchtekuchen; Früchtebrot fruitcake — cake