Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. cafetier:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor cafetier (Frans) in het Duits

cafetier:

cafetier [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le cafetier (patron de bistrot; châtelain; aubergiste; débitant de boissons; patron de débit de boissons)
    der Kaffeewirt
  2. le cafetier (aubergiste; châtelain; marchand de vins; débitant de boissons)
    der Wirt; der Schankwirt
    • Wirt [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schankwirt [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. le cafetier (aubergiste)
    der Wirt; der Barkeeper; der Schankwirt
    • Wirt [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Barkeeper [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schankwirt [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cafetier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Barkeeper aubergiste; cafetier barman
Kaffeewirt aubergiste; cafetier; châtelain; débitant de boissons; patron de bistrot; patron de débit de boissons
Schankwirt aubergiste; cafetier; châtelain; débitant de boissons; marchand de vins aubergiste; propriétaire
Wirt aubergiste; cafetier; châtelain; débitant de boissons; marchand de vins aubergiste; patron d'une pension; propriétaire; tireur de boissons

Synoniemen voor "cafetier":

  • bistrotier; cabaretier; aubergiste; limonadier; tavernier; mastroquet

Wiktionary: cafetier

cafetier
noun
  1. österr.|, schweiz.|, va.|: Besitzer eines Kaffeehauses