Frans

Uitgebreide vertaling voor brocanteur (Frans) in het Duits

brocanteur:

brocanteur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le brocanteur (acheteur; revendeur; revendeuse)
    der Einkäufer; der Aufkäufer; die Aufkäuferin
  2. le brocanteur (revendeur)
    der Trödler; der Altwarenhändler; die Altwarenhändlerin
  3. le brocanteur (chiffonnier; marchand de bric-à-brac)
    der Lumpenhändler

Vertaal Matrix voor brocanteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Altwarenhändler brocanteur; revendeur revendeurs
Altwarenhändlerin brocanteur; revendeur
Aufkäufer acheteur; brocanteur; revendeur; revendeuse brocanteurs; revendeurs
Aufkäuferin acheteur; brocanteur; revendeur; revendeuse
Einkäufer acheteur; brocanteur; revendeur; revendeuse acheteur; acquéreur; agent d'achat
Lumpenhändler brocanteur; chiffonnier; marchand de bric-à-brac
Trödler brocanteur; revendeur lambin; retardataire; revendeurs; tire-au-flanc; traînard

Synoniemen voor "brocanteur":