Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
- bizarre:
-
Wiktionary:
- bizarre → bizarr, komisch, seltsam, gediegen, eigenartig, skurril
- bizarre → anders, seltsam
- bizarre → Sonderling
- bizarre → bizarr, seltsam, komisch, eigenartig, merkwürdig, sonderbar, unbekannt
Frans
Uitgebreide vertaling voor bizarre (Frans) in het Duits
bizarre:
-
bizarre (curieux; étranger; étrange; drôle; fou; dingue; particulier; sot; particulièrement; singulier; curieuse; étrangement; bizarrement; singulière)
merkwürdig; eigenartig; komisch; wunderlich; irrsinnig; irre; lächerlich; kurios; eigen; gediegen; seltsam-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
komisch bijvoeglijk naamwoord
-
wunderlich bijvoeglijk naamwoord
-
irrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
irre bijvoeglijk naamwoord
-
lächerlich bijvoeglijk naamwoord
-
kurios bijvoeglijk naamwoord
-
eigen bijvoeglijk naamwoord
-
gediegen bijvoeglijk naamwoord
-
seltsam bijvoeglijk naamwoord
-
-
bizarre (excentrique; caractéristique; spécial; particulier; curieux; particulièrement; bizarrement; capricieux; dingue; drôle; singulier; singulièrement; fantasque; fou; spécifique; typique; curieuse; singulière; étranger; étrange; sot; à part; représentatif; étrangement; baroque; typiquement; d'une manière baroque)
besonder; ungewöhnlich; sonderbar; eigenartig; fremd; bizarr; merkwürdig; eigentümlich; wunderlich; kurios; fremdartig; eigen; seltsam; absonderlich-
besonder bijvoeglijk naamwoord
-
ungewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
sonderbar bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
fremd bijvoeglijk naamwoord
-
bizarr bijvoeglijk naamwoord
-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
eigentümlich bijvoeglijk naamwoord
-
wunderlich bijvoeglijk naamwoord
-
kurios bijvoeglijk naamwoord
-
fremdartig bijvoeglijk naamwoord
-
eigen bijvoeglijk naamwoord
-
seltsam bijvoeglijk naamwoord
-
absonderlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
bizarre (étrange; curieux; excentrique; étranger; drôle; dingue; singulièrement; singulier; typique)
merkwürdig; komisch; fremd; eigenartig; besonder; extravagant; eigen; sonderbar; eigentümlich; exzentrisch; absonderlich; fremdartig-
merkwürdig bijvoeglijk naamwoord
-
komisch bijvoeglijk naamwoord
-
fremd bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
besonder bijvoeglijk naamwoord
-
extravagant bijvoeglijk naamwoord
-
eigen bijvoeglijk naamwoord
-
sonderbar bijvoeglijk naamwoord
-
eigentümlich bijvoeglijk naamwoord
-
exzentrisch bijvoeglijk naamwoord
-
absonderlich bijvoeglijk naamwoord
-
fremdartig bijvoeglijk naamwoord
-
-
bizarre (spécial; très; exceptionnel; extrêmement; extrême; extraordinaire; particulier; au plus haut degré; original; fort; au plus haut point; extraordinairement; extravagant; excentrique; excessivement; affligé de; déplorable; saugrenu; sombre; ultra; tristement; triste; affligeant; affligé; excentriquement; à l'extrême)
besonders; außergewöhnlich; außerordentlich; auffällig; selten-
besonders bijvoeglijk naamwoord
-
außergewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
außerordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
auffällig bijvoeglijk naamwoord
-
selten bijvoeglijk naamwoord
-
-
bizarre (excentrique; typique; extravagant; excentriquement; particulier; original)
exzentrisch; besonders; eigenartig; außerordentlich; extravagant; fremdartig; außergewöhnlich; wunderlich; seltsam; sonderbar; extrem-
exzentrisch bijvoeglijk naamwoord
-
besonders bijvoeglijk naamwoord
-
eigenartig bijvoeglijk naamwoord
-
außerordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
extravagant bijvoeglijk naamwoord
-
fremdartig bijvoeglijk naamwoord
-
außergewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
wunderlich bijvoeglijk naamwoord
-
seltsam bijvoeglijk naamwoord
-
sonderbar bijvoeglijk naamwoord
-
extrem bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bizarre:
Synoniemen voor "bizarre":
Wiktionary: bizarre
bizarre
Cross Translation:
adjective
bizarre
adjective
-
Verwunderung auslösend
-
norddeutsche Umgangssprache: seltsam, eigenartig
-
besonders in seiner Art, vom Standard abweichend
-
Form, Dinge: seltsam, ungewöhnlich
-
auffallend und unkonventionell, seltsam
-
Namibia, Südwesterdeutsch (adjektivischer Gebrauch) seltsam, sonderbar, komisch
-
nicht normal; merkwürdig, sonderbar
-
ein Mensch, der einen eigenartigen Charakter hat und in seiner eigenen Welt lebt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bizarre | → bizarr; seltsam; komisch | ↔ bizarre — strangely unconventional |
• bizarre | → eigenartig; seltsam; merkwürdig; komisch | ↔ funny — strange; unusual |
• bizarre | → seltsam; komisch; merkwürdig | ↔ odd — strange |
• bizarre | → seltsam | ↔ queer — weird, odd, different |
• bizarre | → seltsam | ↔ weird — having an unusually strange character or behaviour |
• bizarre | → eigenartig; merkwürdig; sonderbar; seltsam; bizarr | ↔ weird — deviating from the normal; bizarre |
• bizarre | → unbekannt | ↔ vreemd — niet bekend |
• bizarre | → seltsam | ↔ vreemd — gek, onwerkelijk |
• bizarre | → bizarr | ↔ bizar — grillig, zonderling |