Articulation in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

articulation:
- Aussprache; Artikulation; Formulierung; Gelenk; Gelenkknubbel; Glied
Wiktionary:
- articulation → Gelenk, Artikulation
- articulation → Gelenk, Knochen, Fingerknöchel, Äußerung

Frans

Uitgebreide vertaling voor articulation (Frans) in het Duits

l'articulation (prononciation; sentence)
die Aussprache; die Artikulation; die Formulierung
- Aussprache [die ~] zelfstandig naamwoord
- Artikulation [die ~] zelfstandig naamwoord
- Formulierung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'articulation (articulation des os; jointure)
Gelenk; der Gelenkknubbel
- Gelenk [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gelenkknubbel [der ~] zelfstandig naamwoord
l'articulation (jointure)
Gelenk; Glied
- Gelenk [das ~] zelfstandig naamwoord
- Glied [das ~] zelfstandig naamwoord
l'articulation
die Artikulation
- Artikulation [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Artikulation	articulation; prononciation; sentence
Aussprache	articulation; prononciation; sentence	annonce; attestation; bavardage; causerie; communication; conversation; dialogue; discussion; débat; déclaration; déposition; entretien; faire-part; interview; jugement; sentence; témoignage; verdict; éclaircissement
Formulierung	articulation; prononciation; sentence	expression; formulation; locution verbale; paroles; rédaction; tournure
Gelenk	articulation; articulation des os; jointure
Gelenkknubbel	articulation; articulation des os; jointure	condyle
Glied	articulation; jointure	chaînon; fragment; maillon; membres; membres du corps humain; partie

articulation

noun

articulation

noun

Anatomie: bewegliche Verbindung von Knochen
- Gelenk → articulation
Kunst und Architektur: eine Methode zur Gestaltung der Verbindungen in den formalen Elementen
- Artikulation → articulation
Zahnmedizin: die Kaubewegungen des Unterkiefers
- Artikulation → articulation
Graphentheorie: ein Knoten eines Graphen mit bestimmten Eigenschaften
- Artikulation → articulation
Didaktik: die zeitliche Gliederung von Unterrichtsstunden oder Lernprozessen
- Artikulation → articulation
Musik: die Differenzierung der Tonerzeugung beim Singen und Musizieren
- Artikulation → articulation
Linguistik: Bildung von Lauten mit Hilfe der Artikulationsorgane
- Artikulation → articulation

Cross Translation:

From	To	Via
• articulation	→ Gelenk	↔ joint — part of the body where bones join
• articulation	→ Gelenk	↔ joint — joint with freedom to rotate
• articulation	→ Knochen; Fingerknöchel	↔ knuckle — joint of the finger
• articulation	→ Äußerung	↔ utterance — an act of uttering
• articulation	→ Gelenk	↔ gewricht — verbinding

Computer vertaling door derden: