Apathie in het Duits vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

apathie:
- Apathie; Trägheit; Schlappheit; Entschlußlosigkeit; Antreibsarmut; Unlust; Lustlosigkeit; Faulheit; Faulenzer; Langsamkeit; Plumpheit; Lethargie; Laschheit; Grobheit; Mattigkeit; Schwerfälligkeit; Laxheit; Lauheit; Klobigkeit; Flegelhaftigkeit; Schlafsucht; Schlafsüchte; Kraftlosigkeit; Schlaffheit; Energielosigkeit
Wiktionary:
- apathie → Apathie, Teilnahmslosigkeit, Leidenschaftslosigkeit, Gefühllosigkeit, Gleichgültigkeit
- apathie → Apathie, Langeweile

Frans

Uitgebreide vertaling voor apathie (Frans) in het Duits

apathie:

apathie [la ~] zelfstandig naamwoord

l'apathie (indolence)
die Apathie
- Apathie [die ~] zelfstandig naamwoord
l'apathie (inertie; manque de volonté)
die Trägheit; die Schlappheit; die Entschlußlosigkeit; die Antreibsarmut
- Trägheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlappheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Entschlußlosigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Antreibsarmut [die ~] zelfstandig naamwoord
l'apathie (indifférence; indigence; indolence)
die Apathie; die Unlust; die Lustlosigkeit
- Apathie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Unlust [die ~] zelfstandig naamwoord
- Lustlosigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
l'apathie (lenteur; paresse; inertie; indolence; léthargie; narcolepsie; lourdeur)
die Faulheit; die Trägheit; der Faulenzer; die Langsamkeit; die Schlappheit; die Plumpheit; die Lethargie; die Laschheit; die Grobheit; die Mattigkeit; die Schwerfälligkeit; die Laxheit; die Lauheit; die Klobigkeit; die Flegelhaftigkeit; die Schlafsucht; die Schlafsüchte
- Faulheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Trägheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Faulenzer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Langsamkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlappheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Plumpheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Lethargie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Laschheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Grobheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Mattigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schwerfälligkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Laxheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Lauheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klobigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Flegelhaftigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlafsucht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlafsüchte [die ~] zelfstandig naamwoord
l'apathie (manque d'énergie; faiblesse; paresse; lourdeur; caractère terne)
die Kraftlosigkeit; die Schlaffheit; die Energielosigkeit
- Kraftlosigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlaffheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Energielosigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor apathie:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Antreibsarmut	apathie; inertie; manque de volonté
Apathie	apathie; indifférence; indigence; indolence
Energielosigkeit	apathie; caractère terne; faiblesse; lourdeur; manque d'énergie; paresse
Entschlußlosigkeit	apathie; inertie; manque de volonté
Faulenzer	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse	abruti; bon à rien; casse-cul; cloche; con; emmerdeur; fainéant; fêtard; lambin; misérable; musard; nouille; paresseux; propre à rien; retardataire; tire-au-flanc; traînard
Faulheit	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse	fainéantise; indolence; paresse
Flegelhaftigkeit	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse	espièglerie; grossièreté; impertinence; impolitesse; indélicatesse; malice; mutinerie; méchanceté; pétulance; turbulence
Grobheit	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse	brutalité; crapulerie; dureté; défaut d'éducation; grossièreté; impertinence; impolitesse; inconvenance; indécence; indélicatesse; rudesse
Klobigkeit	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse
Kraftlosigkeit	apathie; caractère terne; faiblesse; lourdeur; manque d'énergie; paresse	carence; défaillance; défaut; faiblesse; impuissance; incapacité; mollesse
Langsamkeit	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse	inertie; lenteur; léthargie; léthargique
Laschheit	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse	défaillance; défaut; faiblesse; impuissance; indifférence; indolence; mollesse
Lauheit	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse	indifférence; indolence
Laxheit	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse	indifférence; indolence
Lethargie	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse	inertie; lenteur; léthargie; léthargique
Lustlosigkeit	apathie; indifférence; indigence; indolence
Mattigkeit	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse
Plumpheit	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse	grossièreté; impertinence; impolitesse; indélicatesse
Schlaffheit	apathie; caractère terne; faiblesse; lourdeur; manque d'énergie; paresse	baisse; carence; défaillance; défaut; faiblesse; impuissance; incapacité; malaise; mollesse; odeur de moisi; relâchement; époque de crise
Schlafsucht	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse	encéphalite léthargique
Schlafsüchte	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse	hypersomnies; narcolepsies
Schlappheit	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; manque de volonté; narcolepsie; paresse	défaillance; défaut; faiblesse; impuissance; malaise; mollesse; époque de crise
Schwerfälligkeit	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; narcolepsie; paresse
Trägheit	apathie; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; manque de volonté; narcolepsie; paresse	fainéantise; indifférence; indolence; inertie; lenteur; léthargie; léthargique; paresse
Unlust	apathie; indifférence; indigence; indolence	aversion; discorde; déplaisir; désaccord; insurrection; malaise; mauvaise volonté; mécontentement