Andouille in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

andouille:
- Grobian; Dreckskerl; Sack; Schuft; Schuster; Stümper; Pfuscher
Wiktionary:
- andouille → Wurst, Rhinozeros, Hornochse, Dummkopf
- andouille → Dummkopf, Trottel, Blödmann, Schwachkopf, Depp

Frans

Uitgebreide vertaling voor andouille (Frans) in het Duits

andouille:

andouille [la ~] zelfstandig naamwoord

l'andouille (salopard; con)
der Grobian; der Dreckskerl; der Sack; der Schuft
- Grobian [der ~] zelfstandig naamwoord
- Dreckskerl [der ~] zelfstandig naamwoord
- Sack [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schuft [der ~] zelfstandig naamwoord
l'andouille (idiot; imbécile)
der Dreckskerl
- Dreckskerl [der ~] zelfstandig naamwoord
l'andouille (maladroit; colificheur; bousilleur; drôle de type; brimborion; chiffon; loque; manchot; empoté; gaffeur; pauvre diable; pauvre type)
der Schuster; der Stümper; der Pfuscher
- Schuster [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stümper [der ~] zelfstandig naamwoord
- Pfuscher [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor andouille:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Dreckskerl	andouille; con; idiot; imbécile; salopard	boulot; boulotte; canaille; casse-cul; charogne; chien; con; connard; connaud; coquin; couillon; crapule; cruche; dadais; emmerdeur; enculé; enfoiré; grosse dondon; imbécile; lourdaud; misérable; méchant; nigaud; patapouf; plouc; pus; péquenot; rustre; salaud; sale type; saligaud; salop; salopard; triste sire
Grobian	andouille; con; salopard	butor; canaille; chien; con; crapule; garnement; insolent; lourdaud; malappris; malotru; mufle; méchant; paysan; personne insolente; petit brigand; petit vilain; plouc; polisson; péquenot; rustre; salaud; salop; salopard; type insolent; vaurien; voyou
Pfuscher	andouille; bousilleur; brimborion; chiffon; colificheur; drôle de type; empoté; gaffeur; loque; maladroit; manchot; pauvre diable; pauvre type	amateur; bousilleur; bousilleurs; bricoleur; charlatan; gâte-métier; manches; minus; pantes
Sack	andouille; con; salopard	con; rustre; salopard; scrotum
Schuft	andouille; con; salopard	bandit; brigand; canaille; casse-cul; charogne; chien; con; coquin; crapule; criminel; cruche; dadais; délinquant; emmerdeur; fripon; fripouille; garnement; gredin; imbécile; jeune délinquant; lourdaud; malappris; malfrat; mauvais garnement; misérable; méchant; nigaud; nonchalant; négligent; petit brigand; petit vilain; plouc; polisson; polissonne; rustre; sacripant; salaud; sale type; salop; salopard; scélérat; truand; vaurien; voyou
Schuster	andouille; bousilleur; brimborion; chiffon; colificheur; drôle de type; empoté; gaffeur; loque; maladroit; manchot; pauvre diable; pauvre type	cordonnier; cordonniers
Stümper	andouille; bousilleur; brimborion; chiffon; colificheur; drôle de type; empoté; gaffeur; loque; maladroit; manchot; pauvre diable; pauvre type	abruti; amateur; bousilleur; bousilleurs; bricoleur; bêta; charlatan; crétin; gros bêta; gros malin; gâte-métier; idiot; imbécile; malheureux; manches; menuisier qui travaille au riflard; minus; niais; nigaud; noix; nouille; pantes; pauvre bougre; pauvre diable; pauvre malheureux; pauvre type; sot; tête d'oeuf; tête de veau; âne

Synoniemen voor "andouille":

andouillette; sot

Wiktionary: andouille

andouille

noun

Saucisse de boyau de porc rempli de tripes ou de chair hachée du même animal.
- andouille → Wurst

andouille

noun

Schimpfwort für jemanden, der eine große Dummheit begangen hat
- Rhinozeros → andouille; imbécile; âne
derb, Schimpfwort: jemand, der eine große Dummheit begangen hat; jemand, der einfältig und unverständig ist
- Hornochse → andouille
beleidigend: dummer Mensch
- Dummkopf → andouille

Cross Translation:

From	To	Via
• andouille	→ Dummkopf; Trottel	↔ chump — an unintelligent person
• andouille	→ Trottel; Blödmann	↔ dumbass — person marked by stupidity or foolishness
• andouille	→ Schwachkopf; Depp; Trottel	↔ moron — person who makes uncool attempts to impress others

Vertaal andouille van Frans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor andouille (Frans) in het Duits

andouille:

andouille [la ~] zelfstandig naamwoord

l'andouille (salopard; con)

l'andouille (idiot; imbécile)

l'andouille (maladroit; colificheur; bousilleur; drôle de type; brimborion; chiffon; loque; manchot; empoté; gaffeur; pauvre diable; pauvre type)

Vertaal Matrix voor andouille:

Synoniemen voor "andouille":

Wiktionary: andouille