Absolution in het Duits vertaald uit het Frans

Frans

Uitgebreide vertaling voor absolution (Frans) in het Duits

l'absolution (exonération; pardon; amnistie)
die Freistellung; die Absolution; die Lossprechung
- Freistellung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Absolution [die ~] zelfstandig naamwoord
- Lossprechung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'absolution (amnistie; libération; exonération; affranchissement; dispense; pardon; exemption; mise en liberté)
die Amnestie
- Amnestie [die ~] zelfstandig naamwoord
l'absolution (pardon; rémission; grâce)
die Gnade; die Verzeihung; die Vergebung; Erbarmen
- Gnade [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verzeihung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vergebung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Erbarmen [das ~] zelfstandig naamwoord
l'absolution (grâce; pardon; clémence)
die Erlassung; die Verzeihung; die Gnade; die Grazie; die Vergebung; die Begnadigung
- Erlassung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verzeihung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gnade [die ~] zelfstandig naamwoord
- Grazie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vergebung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Begnadigung [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Absolution	absolution; amnistie; exonération; pardon
Amnestie	absolution; affranchissement; amnistie; dispense; exemption; exonération; libération; mise en liberté; pardon	amnistie; libération; mise en liberté
Begnadigung	absolution; clémence; grâce; pardon
Erbarmen	absolution; grâce; pardon; rémission	clémence; commisération; compassion; grâce; indulgence; miséricorde; pardon; pitié
Erlassung	absolution; clémence; grâce; pardon
Freistellung	absolution; amnistie; exonération; pardon
Gnade	absolution; clémence; grâce; pardon; rémission	clémence; grâce; indulgence; miséricorde
Grazie	absolution; clémence; grâce; pardon	amabilité; attrait; charme; douceur; gentillesse; grâce; suavité; élégance
Lossprechung	absolution; amnistie; exonération; pardon
Vergebung	absolution; clémence; grâce; pardon; rémission	clémence; indulgence; miséricorde
Verzeihung	absolution; clémence; grâce; pardon; rémission	clémence; excuse; indulgence; justification; légitimation; miséricorde; pardon

absolution

noun

absolution

noun

Religion, meist Katholizismus: die Freisprechung von der Sünde in der Beichte durch einen Priester
- Absolution → absolution

Cross Translation:

From	To	Via
• absolution	→ Vergebung	↔ vergiffenis — het iemand niet kwalijk nemen van iets; het kwijtschelden van een schuld
• absolution	→ Vergebung	↔ vergeving — het iemand niet kwalijk nemen van iets; het kwijtschelden van een schuld
• absolution	→ Absolution	↔ absolutie — het vergeven van de zonden

Computer vertaling door derden: