Abandon in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

abandon:
- Ausfall; Wegfall; Fortfall; abbrechen; Verlassen; Verschwinden; Hinterlassen; Dalassen; Zurücklassen; Hilflosigkeit; Einsamkeitsgefühl; Verlassenheit; Einsamkeit; Isulation; von etwas Absehen
Wiktionary:
- abandon → Abkehr, Entsagung, Verzichtleistung, Resignation, Öde, Verödung, Zession, Aufgabe, Abfall

Frans

Uitgebreide vertaling voor abandon (Frans) in het Duits

l'abandon
der Ausfall; der Wegfall; der Fortfall
- Ausfall [der ~] zelfstandig naamwoord
- Wegfall [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fortfall [der ~] zelfstandig naamwoord
l'abandon
abbrechen
- abbrechen werkwoord (breche ab, brechst ab, brecht ab, brechte ab, brechtet ab, abgebrecht)
l'abandon (disparition)
Verlassen; Verschwinden
- Verlassen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Verschwinden [das ~] zelfstandig naamwoord
l'abandon (désertion)
Hinterlassen; Dalassen; Zurücklassen
- Hinterlassen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Dalassen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Zurücklassen [das ~] zelfstandig naamwoord
l'abandon (délaissement; vulnérabilité; état désespéré)
die Hilflosigkeit
- Hilflosigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
l'abandon (désolation; solitude; isolement)
Einsamkeitsgefühl; die Verlassenheit
- Einsamkeitsgefühl [das ~] zelfstandig naamwoord
- Verlassenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
l'abandon (solitude; isolement; délaissement)
die Einsamkeit; die Isulation; die Verlassenheit
- Einsamkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Isulation [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verlassenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
l'abandon (renonciation)
von etwas Absehen
- von etwas Absehen [das ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ausfall	abandon	explosion; éclat; éruption
Dalassen	abandon; désertion
Einsamkeit	abandon; délaissement; isolement; solitude
Einsamkeitsgefühl	abandon; désolation; isolement; solitude
Fortfall	abandon
Hilflosigkeit	abandon; délaissement; vulnérabilité; état désespéré	carence; défaillance; faiblesse; impuissance; incapacité
Hinterlassen	abandon; désertion
Isulation	abandon; délaissement; isolement; solitude
Verlassen	abandon; disparition	démission; départ
Verlassenheit	abandon; délaissement; désolation; isolement; solitude
Verschwinden	abandon; disparition	disparition; effacement
Wegfall	abandon
Zurücklassen	abandon; désertion
von etwas Absehen	abandon; renonciation
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abbrechen	abandon	abandonner; abattre; achever; annuler; arracher; arrêter; briser; casser; cesser; conclure; couper; dissocier; décevoir; déchirer; décoder; délimiter; démolir; démonter; déroger; détacher; détruire; dévaster; en finir; enfoncer; enlever de force; faire échouer; finir; forcer; fracasser; interrompre; limiter; mettre au point; mettre fin à; ouvrir brusquement; parachever; parvenir à enlever; prendre fin; ravager; rester court; rompre; ruiner; résilier; s'achever; s'arracher; saccager; se casser; se rompre; se terminer; stopper; suspendre; tenir levé; terminer; tomber en panne; transgresser

abandon

noun

abandon

noun

willentliches oder erzwungenes Beenden eines Vorhabens
- Aufgabe → abandon
Politik, Religion: das (unauffällige) Schwinden der Verbindung zu – oder die (ausdrückliche) Lossagung von – einer Lehre, Religion, politischen Partei oder Richtung
- Abfall → apostasie; abandon