Événement in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

événement:
- Ereignis; Vorfall; Begebenheit; Geschehen; Vorgang; Eintreten; Zwischenfall; Erlebnis; Erleben; Enthusiasmus; Begeisterung; Programmereignis
Wiktionary:
- événement → Vorkommnis, Veranstaltung, Kasus, Geschehen, Ereignis
- événement → Ereignis, Vorfall

Frans

Uitgebreide vertaling voor événement (Frans) in het Duits

l'événement (incident; actualité; fait)
Ereignis
- Ereignis [das ~] zelfstandig naamwoord
l'événement (incident; fait)
der Vorfall; die Ereignis; die Begebenheit; Geschehen; der Vorgang; Eintreten
- Vorfall [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ereignis [die ~] zelfstandig naamwoord
- Begebenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geschehen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Vorgang [der ~] zelfstandig naamwoord
- Eintreten [das ~] zelfstandig naamwoord
l'événement (petite affaire; incident; histoire; affaire; cas)
der Zwischenfall
- Zwischenfall [der ~] zelfstandig naamwoord
l'événement (expérience; aventure)
Erlebnis; Erleben
- Erlebnis [das ~] zelfstandig naamwoord
- Erleben [das ~] zelfstandig naamwoord
l'événement (ardeur; enthousiasme; inspiration; exaltation; feu; élan; expérience; passion; animation; aventure)
der Enthusiasmus; die Begeisterung
- Enthusiasmus [der ~] zelfstandig naamwoord
- Begeisterung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'événement
Ereignis; Programmereignis
- Ereignis
- Programmereignis

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Begebenheit	fait; incident; événement
Begeisterung	animation; ardeur; aventure; enthousiasme; exaltation; expérience; feu; inspiration; passion; élan; événement	ardeur; enchantement; ensorcellement; enthousiasme; envoûtement; exaltation; extase; exubérance; grande joie; liesse; passion; passions; ravissement; transe; élan
Eintreten	fait; incident; événement	arrivée; entrée; entrées; fait d'entrer à coups de pied; incursion; intrusion; pénétrabilité; pénétration; venue
Enthusiasmus	animation; ardeur; aventure; enthousiasme; exaltation; expérience; feu; inspiration; passion; élan; événement	ardeur; enchantement; enthousiasme; exaltation; extase; exubérance; grande joie; liesse; passion; élan
Ereignis	actualité; fait; incident; événement	histoire
Erleben	aventure; expérience; événement	expérience
Erlebnis	aventure; expérience; événement	expérience
Geschehen	fait; incident; événement	histoire
Vorfall	fait; incident; événement	cas; fait; incident; question
Vorgang	fait; incident; événement	cas; fait; opération; question
Zwischenfall	affaire; cas; histoire; incident; petite affaire; événement	cas; fait; question
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ereignis	événement
Programmereignis	événement

événement

noun

ein unangenehmes Ereignis
- Vorkommnis → événement
etwas, das veranstaltet wird, zum Beispiel ein Kongress
- Veranstaltung → événement; organisation
bildungssprachlich, selten: Gegenstand, Vorkommnis
- Kasus → événement
das, was vor sich geht, sich ereignet
- Geschehen → événement
ein - meist bedeutsames - Geschehen oder Erlebnis
- Ereignis → événement; incident

Cross Translation:

From	To	Via
• événement	→ Ereignis	↔ event — occurrence of social or personal importance
• événement	→ Ereignis	↔ event — computing: action which triggers an event handler
• événement	→ Ereignis; Vorfall	↔ gebeurtenis — iets dat gebeurt of gebeurd is