Équivoque in het Duits vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

équivoque:
- doppeldeutig; doppelsinnig; zweideutig; zweiteilig; zweifach; zweigliedrig; schlüpfrig; nicht eindeutig; mehrdeutig; unsicher; unbestimmt; zweifelhaft; ungewiß; nicht sicher; fraglich; verworren
- Zwiespältigkeit; Schlüpfrigkeit; Doppelsinnigkeit; Zweideutigkeit; Doppeldeutigkeit; Doppelsinn; Dualismus; Wortspiel; Schäbigkeit; Obszönität
Wiktionary:
- équivoque → zweideutig, missverständlich, doppelsinnig, äquivok
- équivoque → fragwürdig, dubios, ominös, mehrdeutig, doppeldeutig

Frans

Uitgebreide vertaling voor équivoque (Frans) in het Duits

équivoque:

équivoque bijvoeglijk naamwoord

équivoque (ambigu)
doppeldeutig; doppelsinnig; zweideutig
- doppeldeutig bijvoeglijk naamwoord
- doppelsinnig bijvoeglijk naamwoord
- zweideutig bijvoeglijk naamwoord
équivoque (ambigu; ambiguë)
zweiteilig; zweifach; zweigliedrig
- zweiteilig bijvoeglijk naamwoord
- zweifach bijvoeglijk naamwoord
- zweigliedrig bijvoeglijk naamwoord
équivoque (à double entente; ambigu; ambiguë)
doppelsinnig; zweideutig; schlüpfrig; doppeldeutig
- doppelsinnig bijvoeglijk naamwoord
- zweideutig bijvoeglijk naamwoord
- schlüpfrig bijvoeglijk naamwoord
- doppeldeutig bijvoeglijk naamwoord
équivoque (ambigu; à double sens; ambiguë)
nicht eindeutig; zweideutig; schlüpfrig; doppeldeutig; mehrdeutig
- nicht eindeutig bijvoeglijk naamwoord
- zweideutig bijvoeglijk naamwoord
- schlüpfrig bijvoeglijk naamwoord
- doppeldeutig bijvoeglijk naamwoord
- mehrdeutig bijvoeglijk naamwoord
équivoque (incertain; vague; douteux; avec incertitude)
unsicher; unbestimmt; zweifelhaft; ungewiß; nicht sicher; fraglich; verworren
- unsicher bijvoeglijk naamwoord
- unbestimmt bijvoeglijk naamwoord
- zweifelhaft bijvoeglijk naamwoord
- ungewiß bijvoeglijk naamwoord
- nicht sicher bijvoeglijk naamwoord
- fraglich bijvoeglijk naamwoord
- verworren bijvoeglijk naamwoord

équivoque [la ~] zelfstandig naamwoord

l'équivoque (ambiguïté; calembours grivois)
die Zwiespältigkeit; die Schlüpfrigkeit; die Doppelsinnigkeit; die Zweideutigkeit; die Doppeldeutigkeit; der Doppelsinn; der Dualismus
- Zwiespältigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlüpfrigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Doppelsinnigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zweideutigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Doppeldeutigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Doppelsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Dualismus [der ~] zelfstandig naamwoord
l'équivoque (jeu de mots; calembour)
Wortspiel
- Wortspiel [das ~] zelfstandig naamwoord
l'équivoque (muflerie; ambiguïté; calembours grivois)
die Schäbigkeit; die Obszönität; die Schlüpfrigkeit
- Schäbigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Obszönität [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlüpfrigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor équivoque:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Doppeldeutigkeit	ambiguïté; calembours grivois; équivoque
Doppelsinn	ambiguïté; calembours grivois; équivoque
Doppelsinnigkeit	ambiguïté; calembours grivois; équivoque
Dualismus	ambiguïté; calembours grivois; équivoque	dualisme; dualité
Obszönität	ambiguïté; calembours grivois; muflerie; équivoque
Schlüpfrigkeit	ambiguïté; calembours grivois; muflerie; équivoque	crasse; fait d'être glissant; langage obscène; langage ordurier; malpropreté; saleté
Schäbigkeit	ambiguïté; calembours grivois; muflerie; équivoque
Wortspiel	calembour; jeu de mots; équivoque
Zweideutigkeit	ambiguïté; calembours grivois; équivoque
Zwiespältigkeit	ambiguïté; calembours grivois; équivoque	discorde; division; dualisme; désordre; désunion; zizanie
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doppeldeutig	ambigu; ambiguë; à double entente; à double sens; équivoque
doppelsinnig	ambigu; ambiguë; à double entente; équivoque
fraglich	avec incertitude; douteux; incertain; vague; équivoque	douteusement; douteux; en question; ignoble; louche; lugubre; mauvais; méchant; obscur; obscurément; sinistre; vil; visqueux
mehrdeutig	ambigu; ambiguë; à double sens; équivoque
nicht eindeutig	ambigu; ambiguë; à double sens; équivoque
nicht sicher	avec incertitude; douteux; incertain; vague; équivoque
schlüpfrig	ambigu; ambiguë; à double entente; à double sens; équivoque	banal; bas; basse; bassement; choquant; cochon; crasseux; douteux; défraîchi; dégoûtant; désagréable; fâcheux; glissant; graisseux; gras; grossier; grossière; grossièrement; ignoble; immoral; immoralement; indécemment; indécent; malpropre; obscène; repoussant; répugnant; révoltant; sale; salement; sordidement; trivial; vulgaire; écoeurant
unbestimmt	avec incertitude; douteux; incertain; vague; équivoque	aléatoire; assourdi; compliqué; confus; critique; de manière précaire; délicat; estompé; flou; hasardeux; imprécis; incertain; indistinct; indécis; indéfini; indéfiniment; indéterminable; indéterminé; louche; obscur; obscurément; opaque; pas clair; pas transparent; précaire; précairement; périlleuse; périlleux; vague; vaguement; vaguement visible; vaporeusement; vaporeux; voilé; à titre précaire; étouffé
ungewiß	avec incertitude; douteux; incertain; vague; équivoque	bancal; chancelant; confus; d'une façon incertaine; incertain; indistinct; indécis; louche; obscur; peu clair; précaire; trouble; vacillant; vague
unsicher	avec incertitude; douteux; incertain; vague; équivoque	bancal; chancelant; d'une façon incertaine; dangereux; incertain; inconstant; indécis; instable; labile; précaire; vacillant
verworren	avec incertitude; douteux; incertain; vague; équivoque	bouleversé; brouillon; confondu; confus; embrouillé; emmêlé; indistinct; peu clair; trouble; vague
zweideutig	ambigu; ambiguë; à double entente; à double sens; équivoque	ambivalent
zweifach	ambigu; ambiguë; équivoque	binaire; double
zweifelhaft	avec incertitude; douteux; incertain; vague; équivoque	changeant; discutable; douteusement; douteux; incertain; indécis; instable; variable
zweigliedrig	ambigu; ambiguë; équivoque
zweiteilig	ambigu; ambiguë; équivoque	binaire; double

Synoniemen voor "équivoque":

ambages; ambiguïté; circonlocution; détour; périphrase; ambigu; double; indécis; énigmatique; douteux; incertain; flottant; obscur; louche; inquiétant; ambiguë; douteuse; flottante; obscure; inquiétante; amphibologie; ambivalence; énigme; janotisme; obscurité; imprécision; incertitude; amphibologique; quiproquo; évasif; fuyant; détourné; vague; évasive; fuyante; détournée; malentendu; méprise; erreur; confusion; désaccord; dispute; problématique; hypothétique; aléatoire; suspect

Wiktionary: équivoque

équivoque

adjective

Qui a un double sens, qui peut recevoir plusieurs interprétations et qui convient à différentes choses.
- équivoque → zweideutig; missverständlich

équivoque

adjective

einen doppelten Sinn besitzend
- doppelsinnig → équivoque
Linguistik, Philosophie: mehrere Bedeutungen besitzend, trotz gleicher Lautung
- äquivok → équivoque
bildungssprachlich: in verschiedener Weise deutbar
- äquivok → équivoque

Cross Translation:

From	To	Via
• équivoque	→ fragwürdig; dubios; ominös	↔ dubious — arousing doubt
• équivoque	→ mehrdeutig; doppeldeutig	↔ equivocal — having several applicable significations
• équivoque	→ fragwürdig	↔ equivocal — uncertain, doubtful
• équivoque	→ fragwürdig	↔ equivocal — capable of being ascribed to different motives, or of signifying opposite feelings, purposes, or characters

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van équivoque

sans équivoque

Remove Ads

Vertaal équivoque van Frans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor équivoque (Frans) in het Duits

équivoque:

équivoque bijvoeglijk naamwoord

équivoque (ambigu)

équivoque (ambigu; ambiguë)

équivoque (à double entente; ambigu; ambiguë)

équivoque (ambigu; à double sens; ambiguë)

équivoque (incertain; vague; douteux; avec incertitude)

équivoque [la ~] zelfstandig naamwoord

l'équivoque (ambiguïté; calembours grivois)

l'équivoque (jeu de mots; calembour)

l'équivoque (muflerie; ambiguïté; calembours grivois)

Vertaal Matrix voor équivoque:

Synoniemen voor "équivoque":

Wiktionary: équivoque

Verwante vertalingen van équivoque