Équipement in het Duits vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

équipement:
- Ausstattung; Ausrüstung; Verzierung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Girlande; Zierde; Ausstattungsstück; Ausrüstungsstück; Kleidung; Kleider; Zeug; Bekleidung; Bewaffnung; Aufrüstung; Bildschnitt; Schnitt; Arbeitsgerät
Wiktionary:
- équipement → Equipment, Ausstattung, Ausrüstung
- équipement → Ausrüstung, Satz

Frans

Uitgebreide vertaling voor équipement (Frans) in het Duits

équipement:

équipement [le ~] zelfstandig naamwoord

l'équipement (outillage; armement; aménagement; matériel)
die Ausstattung; die Ausrüstung; die Verzierung; die Ausschmückung; die Ausstaffierung; die Girlande; die Zierde
- Ausstattung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ausrüstung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verzierung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ausschmückung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ausstaffierung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Girlande [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zierde [die ~] zelfstandig naamwoord
l'équipement (outillage)
die Ausstattung; die Ausrüstung
- Ausstattung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ausrüstung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'équipement (pièce d'équipement)
die Ausstattungsstück; die Ausrüstungsstück
- Ausstattungsstück [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ausrüstungsstück [die ~] zelfstandig naamwoord
l'équipement (costume; vêtements; tenue; toilette; habits; habillement; habit)
die Kleidung; die Kleider; die Ausstattung; die Ausstaffierung; Zeug; die Bekleidung
- Kleidung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kleider [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ausstattung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ausstaffierung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zeug [das ~] zelfstandig naamwoord
- Bekleidung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'équipement (armement; feraillage; armature)
die Bewaffnung; die Aufrüstung
- Bewaffnung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Aufrüstung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'équipement (montage de film; montage)
der Bildschnitt; der Schnitt
- Bildschnitt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schnitt [der ~] zelfstandig naamwoord
l'équipement
Arbeitsgerät
- Arbeitsgerät

Vertaal Matrix voor équipement:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Aufrüstung	armature; armement; feraillage; équipement	renforcement de l'armement
Ausrüstung	aménagement; armement; matériel; outillage; équipement
Ausrüstungsstück	pièce d'équipement; équipement
Ausschmückung	aménagement; armement; matériel; outillage; équipement	décoration; embellissement; médaille; ornement; ornementation; parure
Ausstaffierung	aménagement; armement; costume; habillement; habit; habits; matériel; outillage; tenue; toilette; vêtements; équipement
Ausstattung	aménagement; armement; costume; habillement; habit; habits; matériel; outillage; tenue; toilette; vêtements; équipement	aménagement; décor; décoration
Ausstattungsstück	pièce d'équipement; équipement
Bekleidung	costume; habillement; habit; habits; tenue; toilette; vêtements; équipement	accomplissement; confection; costume; habillement; habit; habits; remplissage; réalisation; tenue; toilette; vêtements
Bewaffnung	armature; armement; feraillage; équipement	armement
Bildschnitt	montage; montage de film; équipement
Girlande	aménagement; armement; matériel; outillage; équipement	embellissement; guirlande; ornement
Kleider	costume; habillement; habit; habits; tenue; toilette; vêtements; équipement	babioles; choses; costume; effets; habillement; habit; habits; linge; robes; tenue; toilette; vêtements
Kleidung	costume; habillement; habit; habits; tenue; toilette; vêtements; équipement	babioles; choses; confection; costume; effets; habillement; habit; habits; linge; mise; prêt-à-porter; tenue; toilette; vêtement; vêtements; vêtements de confection
Schnitt	montage; montage de film; équipement	bout de pain; coiffure; conséquence; coupe; coupe de cheveux; coupes; coupure; cran; césure; développement; encoche; entaille; fente; implication; incision; morceau; moyenne; patron; profil; résultat; tartine; tranchant; tranche; tranche de pain
Verzierung	aménagement; armement; matériel; outillage; équipement	décoration; embellissement; enjolivement; médaille; ornement; ornementation; parure
Zeug	costume; habillement; habit; habits; tenue; toilette; vêtements; équipement	affaires; article; bibine; biens; brimborions; camelote; canaille; chose; choses; courbe; courbure; effets; foule; habits; objet; pacotille; plèbe; populace; produit; racaille; rondeur; substance; tournant; truc; trucs; vêtements; étoffe
Zierde	aménagement; armement; matériel; outillage; équipement
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Arbeitsgerät	équipement

Synoniemen voor "équipement":

attelage; harnachement; harnais; attirail; assortiment; appareil; outillage; bagage; fourniment; bastringue; joug; installation; aménagement; arrangement; établissement; montage; dressage; intronisation; matériel; concret; physique; palpable; tangible; matériau; mobilier; machine; matos; appareillage; instruments; panoplie; armure; armement; collection; saint-crépin

Wiktionary: équipement

équipement

noun

Gesamtheit der Ausrüstungsgegenstände für ein bestimmtes Vorhaben
- Equipment → équipement
Einrichtungsgegenstände eines Raumes
- Ausstattung → agencement; équipement
Gegenstände, mit denen jemand oder etwas ausgerüstet ist
- Ausstattung → fourniture; garniture; équipement
Sammelbegriff für Werkzeuge, die man für etwas braucht
- Ausrüstung → équipement
additionale Funktionswerkzeuge
- Ausrüstung → équipement

Cross Translation:

From	To	Via
• équipement	→ Ausrüstung	↔ equipment — whatever is used in equipping
• équipement	→ Satz; Ausrüstung	↔ kit — equipment

Verwante vertalingen van équipement

Remove Ads

Vertaal équipement van Frans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor équipement (Frans) in het Duits

équipement:

équipement [le ~] zelfstandig naamwoord

l'équipement (outillage; armement; aménagement; matériel)

l'équipement (outillage)

l'équipement (pièce d'équipement)

l'équipement (costume; vêtements; tenue; toilette; habits; habillement; habit)

l'équipement (armement; feraillage; armature)

l'équipement (montage de film; montage)

l'équipement

Vertaal Matrix voor équipement:

Synoniemen voor "équipement":

Wiktionary: équipement

Verwante vertalingen van équipement