Église in het Duits vertaald uit het Frans

l'église (maison de Dieu; temple; Hôtel-Dieu)
die Kirche; die Kathedrale; Gotteshaus; Kirchengebäude; Heiligtum
- Kirche [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kathedrale [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gotteshaus [das ~] zelfstandig naamwoord
- Kirchengebäude [das ~] zelfstandig naamwoord
- Heiligtum [das ~] zelfstandig naamwoord
l'église (paroisse)
die Pfarrgemeinde; die Gemeinde
- Pfarrgemeinde [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gemeinde [die ~] zelfstandig naamwoord
l'église
die Kirche
- Kirche [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gemeinde	paroisse; église	communauté; commune; communes; compagnie; groupe; groupement; municipalité; municipalités; paroisse; société
Gotteshaus	Hôtel-Dieu; maison de Dieu; temple; église
Heiligtum	Hôtel-Dieu; maison de Dieu; temple; église	lieu saint; sanctuaire; temple; terre sainte
Kathedrale	Hôtel-Dieu; maison de Dieu; temple; église	cathédrale; dôme
Kirche	Hôtel-Dieu; maison de Dieu; temple; église
Kirchengebäude	Hôtel-Dieu; maison de Dieu; temple; église
Pfarrgemeinde	paroisse; église

église

noun

église

noun

(umgangssprachlich) für Gottesdienst (nur Singular)
- Kirche → messe; église
geweihter Versammlungsort einer christlichen Glaubensgemeinschaft, in dem u. a. Gottesdienste abgehalten werden; Gebäude, das zum Abhalten christlicher Rituale vorgesehen ist
- Kirche → église

Cross Translation:

From	To	Via
• église	→ Kirche	↔ church — house of worship
• église	→ Kirche	↔ church — a religious organization
• église	→ Kirche	↔ kerk — Christelijke organisatie voor beleving van een specifieke christelijke godsdienst
• église	→ Kirche	↔ kerk — Openbaar gebouw voor christelijke samenkomsten

Vertaal église van Frans naar Duits