Âge in het Duits vertaald uit het Frans

l'âge
Alter; Lebensalter
- Alter [das ~] zelfstandig naamwoord
- Lebensalter [das ~] zelfstandig naamwoord
l'âge
die Dauer
- Dauer [die ~] zelfstandig naamwoord
l'âge (siècle; époque)
Zeitalter; Jahrhundert
- Zeitalter [das ~] zelfstandig naamwoord
- Jahrhundert [das ~] zelfstandig naamwoord
l'âge (grand âge; vieillesse; ancienneté; âge avancé)
der Altertum; Alter
- Altertum [der ~] zelfstandig naamwoord
- Alter [das ~] zelfstandig naamwoord
l'âge (ancienneté; vieillesse)
der Altertum; die Antike
- Altertum [der ~] zelfstandig naamwoord
- Antike [die ~] zelfstandig naamwoord
l'âge (âge d'homme; ancienneté; vieillesse; âge avancé)
der Altertum; der Menschenalter
- Altertum [der ~] zelfstandig naamwoord
- Menschenalter [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Alter	ancienneté; grand âge; vieillesse; âge; âge avancé	fait d'avoir plus de 65 ans; grand âge; petite vieille; vieillesse; âge avancé
Altertum	ancienneté; grand âge; vieillesse; âge; âge avancé; âge d'homme	antiquité; monde antique
Antike	ancienneté; vieillesse; âge	antiquité; monde antique
Dauer	âge	continuation; durée; laps de temps; longueur; marge
Jahrhundert	siècle; âge; époque	siècle; éternité
Lebensalter	âge
Menschenalter	ancienneté; vieillesse; âge; âge avancé; âge d'homme
Zeitalter	siècle; âge; époque	an; cycle; période; saison; siècle; temps; ère; époque; éternité
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Alter		ancienneté

âge

noun

âge

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• âge	→ Lebenszeit	↔ age — whole duration of a being
• âge	→ Alter	↔ age — part of the duration of a being or thing between its beginning and any given time
• âge	→ Periode; Epoche; Zeit	↔ age — particular period of time in history
• âge	→ Ära	↔ tijdperk — een begrensde en als eenheid beschouwde tijd
• âge	→ Alter	↔ leeftijd — de tijd dat iemand leeft of geleefd heeft, het totaal aantal levensjaren

Vertaal âge van Frans naar Duits