Overzicht
Frans
Uitgebreide vertaling voor à quoi (Frans) in het Duits
à quoi:
-
à quoi (pourquoi; pour quelle raison; à laquelle)
-
à quoi (auquel; à laquelle; auxquels; auxquelles)
woran; an welchen; an welchem; wonach; an was-
woran bijvoeglijk naamwoord
-
an welchen bijvoeglijk naamwoord
-
an welchem bijvoeglijk naamwoord
-
wonach bijvoeglijk naamwoord
-
an was bijvoeglijk naamwoord
-
-
à quoi (où; dans lequel; en quoi; sur laquelle; par où; sur lequel; sur lesquelles; sur quoi; sur lesquels)
-
à quoi
-
à quoi (contre lesquelles; auxquelles; contre quoi; contre laquelle; auxquels; à laquelle; contre lequel; contre lesquels)
-
à quoi (adroit; honnête; sincère; vrai; intègre; franc; par où; direct; de bonne foi; en quoi; dans lequel; sur laquelle; sur lesquels; où; sur lequel; sur quoi; sur lesquelles)
ehrlich; aufrecht; geradeheraus; wahrhaft-
ehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
aufrecht bijvoeglijk naamwoord
-
geradeheraus bijvoeglijk naamwoord
-
wahrhaft bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor à quoi:
Computer vertaling door derden: