Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: transparent

Franse en Duitse zoekresultaten voor: transparent

Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. transparent:
  2. Wiktionary:
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. transparent:
  2. Transparent:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor transparent (Frans) in het Duits

transparent:

transparent bijvoeglijk naamwoord

  1. transparent (clair; limpide)
    transparent; durchsichtig; durchscheinend; gläsern; glasig; glashell; glasartig
  2. transparent (vitreux; vitré; clair; limpide)
    glasig; gläsern; durchsichtig; glashell; glasartig
  3. transparent
    transparent

transparent [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le transparent
    Transparent

Vertaal Matrix voor transparent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Transparent transparent banderole; drapeau
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
transparent clair; limpide; transparent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
durchscheinend clair; limpide; transparent
durchsichtig clair; limpide; transparent; vitreux; vitré
glasartig clair; limpide; transparent; vitreux; vitré
glashell clair; limpide; transparent; vitreux; vitré clair; clair comme de l'eau de roche; clair comme le jour; cristallin; en flagrant délit; flagrant; limpide; manifeste; évident
glasig clair; limpide; transparent; vitreux; vitré inexpressif; sans expression
gläsern clair; limpide; transparent; vitreux; vitré branlant; cassable; cassant; chancelant; chevrotant; clair; clair comme de l'eau de roche; clair comme le jour; clairement; croulant; de verre; délabré; délicat; faible; flagrant; fragile; fragilement; friable; frêle; inconstant; instable; limpide; lucide; manifeste; rare; raréfié; vulnérable; éclaircissant; évident

Synoniemen voor "transparent":


Wiktionary: transparent

transparent
adjective
  1. Qui est diaphane, au travers de quoi l’on peut voir les objets.
Cross Translation:
FromToVia
• transparent → durchsichtig; klar ↔ clear — transparent in colour
• transparent → hauchdünn ↔ sheer — very thin or transparent
• transparent → durchsichtig; transparent ↔ transparent — see-through, clear
• transparent → transparent ↔ transparent — open, publically visible
• transparent → erkennbar ↔ transparent — obvious
• transparent → transparent; durchsichtig ↔ transparant — lichtdoorlatend
• transparent → durchsichtig ↔ doorzichtig — __§REF§__!1!__§FER§__ waar licht zo ongehinderd door kan treden dat het zicht erdoor niet belemmerd wordt

Verwante vertalingen van transparent



Duits

Uitgebreide vertaling voor transparent (Duits) in het Frans

transparent:

transparent bijvoeglijk naamwoord

  1. transparent (durchsichtig; durchscheinend; gläsern; )
    transparent; clair; limpide
  2. transparent
    transparent

Vertaal Matrix voor transparent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
transparent Transparent
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
transparent durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clair durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent anschaulich; auffallend; auffällig; aufschlußreich; ausgeprägt; beachtenswert; begreiflich; blank; deutlich; durchsichtig; eindeutig; einleuchtend; entschieden; erkennbar; faßlich; gemeinverständlich; gesäubert; glasartig; glashell; glasig; gläsern; grell; heiter; hell; hervorragend; hervorspringend; klar; kristallhell; markant; nicht dunkel; nicht hubsch; nichthäßlich; offensichtlich; prononciert; pur; rein; sauber; scharf; schrill; schroff; sicher; sichtbar; sonnenklar; spitz; unansehnlich; unbewölkt; ungewöhnlich; unverkennbar; vernehmbar; vernehmlich; verständlich; wolkenlos; übersichtlich
limpide durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent anschaulich; aufschlußreich; deutlich; durchsichtig; einleuchtend; ganz offensichtlich; glasartig; glashell; glasig; gläsern; hell; klar; klar wie Klosbrühe; kristallhell; übersichtlich

Synoniemen voor "transparent":


Wiktionary: transparent

transparent
adjective
  1. physique|fr Qualifie un corps qui laisser passer une lumière diffuse, sans permettre de distinguer les objets à travers.
  2. Qui est diaphane, au travers de quoi l’on peut voir les objets.
Cross Translation:
FromToVia
• transparent → transparent ↔ transparant — lichtdoorlatend
• transparent → transparent ↔ transparent — see-through, clear
• transparent → transparent ↔ transparent — open, publically visible

Transparent:

Transparent [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Transparent
    le transparent
  2. Transparent (Spruchband)
    la banderole; le drapeau

Vertaal Matrix voor Transparent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banderole Spruchband; Transparent Banderole; Banner; Blende; Fahne; Flagge; Fähnchen; Serpentine; Standarte; Streifen; Wimpel
drapeau Spruchband; Transparent Banner; Fahne; Flagge; Kommandoflagge; Schiffsflagge; Standarte; Wimpel
transparent Transparent
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
transparent durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent

Synoniemen voor "Transparent":


Wiktionary: Transparent

Cross Translation:
FromToVia
• Transparent → banderole ↔ banner — large sign
• Transparent → banderole ↔ banner — large piece of cloth with a device or motto borne in a procession







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0431 seconde
Page rendered in 1.0 seconds