Atrocité: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

atrocité:
- Greueltat; Untat; Schrecken; Widerwille; Greuel; Schaurigkeit; Abscheulichkeit; Schauerstück; Verabscheuung; Abscheu; Schrecknis; Widerwärtigkeit; Ekelhaftigkeit
Wiktionary:
- atrocité → Verabscheuenswertes, Gegenstand der Abscheu, Gräuel, Abscheulichkeit
- atrocité → Grausamkeit

Frans

Uitgebreide vertaling voor atrocité (Frans) in het Duits

l'atrocité
die Greueltat; die Untat
- Greueltat [die ~] zelfstandig naamwoord
- Untat [die ~] zelfstandig naamwoord
l'atrocité (dégoût; horreur; épouvante; abomination)
der Schrecken; der Widerwille; der Greuel; die Schaurigkeit
- Schrecken [der ~] zelfstandig naamwoord
- Widerwille [der ~] zelfstandig naamwoord
- Greuel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schaurigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
l'atrocité (horreur)
die Abscheulichkeit
- Abscheulichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
l'atrocité (action atroce)
Schauerstück
- Schauerstück [das ~] zelfstandig naamwoord
l'atrocité (abomination; horreur; épouvante)
die Verabscheuung; der Greuel; der Schrecken; der Abscheu; Schrecknis
- Verabscheuung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Greuel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schrecken [der ~] zelfstandig naamwoord
- Abscheu [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schrecknis [das ~] zelfstandig naamwoord
l'atrocité (horreur; laideur)
die Widerwärtigkeit; die Ekelhaftigkeit
- Widerwärtigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ekelhaftigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Abscheu	abomination; atrocité; horreur; épouvante	aversion; dégoût; effroi; frayeur; peur; répulsion; terreur
Abscheulichkeit	atrocité; horreur
Ekelhaftigkeit	atrocité; horreur; laideur	répugnance; répulsion
Greuel	abomination; atrocité; dégoût; horreur; épouvante	aversion; dessert de gruau; dégoût; répulsion
Greueltat	atrocité
Schauerstück	action atroce; atrocité
Schaurigkeit	abomination; atrocité; dégoût; horreur; épouvante
Schrecken	abomination; atrocité; dégoût; horreur; épouvante	affolement; angoisse; angoisses; anxiétés; atrocités; crainte; craintes; effroi; frayeur; horreurs; inquiétudes; panique; peur; peurs; terreur; épouvantes
Schrecknis	abomination; atrocité; horreur; épouvante
Untat	atrocité
Verabscheuung	abomination; atrocité; horreur; épouvante	détestation; exécration
Widerwille	abomination; atrocité; dégoût; horreur; épouvante	antipathie; aversion; dégoût; mauvaise volonté; répugnance; répulsion
Widerwärtigkeit	atrocité; horreur; laideur	répugnance; répulsion