Frans
Uitgebreide vertaling voor absolu (Frans) in het Duits
absolu:
-
absolu (inconditionnel; absolument; inconditionnellement; sûr; certainement; pertinent; incontestable; incontestablement; certain; catégorique; sans réserve; indubitable; ferme; final; sans doute; formel; formellement; catégoriquement; sans conditions; complètement; décidé; indéniable; assurément; pertinemment; sans aucun doute; positivement; d'une façon décidée)
-
absolu (impeccable; parfait; parfaitement)
perfekt; ideal; sublim; tadellos; erstklassig; vollkommen; fehlerfrei-
perfekt bijvoeglijk naamwoord
-
ideal bijvoeglijk naamwoord
-
sublim bijvoeglijk naamwoord
-
tadellos bijvoeglijk naamwoord
-
erstklassig bijvoeglijk naamwoord
-
vollkommen bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerfrei bijvoeglijk naamwoord
-
-
l'absolu
die Absolutheit
Vertaal Matrix voor absolu:
Synoniemen voor "absolu":
Wiktionary: absolu
absolu
Cross Translation:
adverb
noun
-
Philosophie: Sein, das rein aus sich besteht, von nichts abhängt und in sich selbst ruht
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• absolu | → absolut | ↔ absolute — loosed from any conditions or limitations |
• absolu | → völlig | ↔ utter — absolute |
• absolu | → absolut | ↔ absoluut — geheel onafhankelijk en zonder binding met iets of iemand anders |
• absolu | → absolut | ↔ absoluut — beslist, zeker |
• absolu | → absolut | ↔ absoluut — volledig, volkomen |
• absolu | → absolut | ↔ absoluut — niet beschouwd in betrekking tot iets soortgelijks |