Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: viol

Franse en Duitse zoekresultaten voor: viol

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

viol:
- Vergewaltigung; Schändung; Angreifen
violé:
- vergewaltigt
Wiktionary:
- viol → Vergewaltigung
- viol → Mißbrauch, Missbrauch, Vergewaltigung

Frans

Uitgebreide vertaling voor viol (Frans) in het Duits

viol:

viol [le ~] zelfstandig naamwoord

le viol
die Vergewaltigung; die Schändung
- Vergewaltigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schändung [die ~] zelfstandig naamwoord
le viol (agression)
die Vergewaltigung; Angreifen
- Vergewaltigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Angreifen [das ~] zelfstandig naamwoord
le viol (agression)
die Vergewaltigung
- Vergewaltigung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor viol:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Angreifen	agression; viol	assaut; attaque; dispute; lutte; percée; sortie
Schändung	viol	abus; baisse des salaires; diffamation; diminution; déshonneur; réduction
Vergewaltigung	agression; viol

Synoniemen voor "viol":

attentat; attaque; agression; crime; outrage; sacrilège; explosion; profanation; blasphème; irrespect; irrévérence; sévices; brutalités; coups; violences; dommages; blessures; violence; défloraison

Wiktionary: viol

viol

noun

violence que l’on fait à une personne sans consentement ou par la force, consistant en une pénétration sexuelle, vaginale, anale ou orale ou pénétration par la main ou un objet.
- viol → Vergewaltigung

viol

noun

(Straftat) sexueller Übergriff, bei der eine Person gegen ihren ausdrücklichen Willen gezwungen wird
- Vergewaltigung → viol

Cross Translation:

From	To	Via
• viol	→ Mißbrauch; Missbrauch	↔ abuse — sexual violation or assault
• viol	→ Vergewaltigung	↔ rape — act of forcing sexual activity

violé:

violé bijvoeglijk naamwoord

violé (abusé)
vergewaltigt
- vergewaltigt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor violé:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vergewaltigt	abusé; violé

Synoniemen voor "violé":

abusé; trompé; exagéré; fracturé; cassé; brisé; ouvert; rompu