Frans
Uitgebreide vertaling voor pouvoir faire (Frans) in het Duits
pouvoir faire: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- pouvoir: sollen; dürfen; mögen; im Stande sein; können; etwas dürfen; etwas gestattet bekommen; Macht; Ansehen; Autorität; Herrschaft; Obrigkeit; Kraft; Stärke; Arbeitskraft; Zuständigkeit; Befugnis; Befugt sein; Verfügungsrecht; Kapazität; Vollmacht; Mandat; Zahlungsanweisung; Ermächtigung; Prokura; Befehlshaber; Autorisation; Bevollmächtigung
- faire: schaffen; erreichen; leisten; erledigen; tun; handeln; erfüllen; ausrichten; vollziehen; vornehmen; schütten; verrichten; machen; herstellen; bilden; entstehen; gestalten; erzeugen; erfinden; entwickeln; entwerfen; anfertigen; formen; kreieren; produzieren; schöpfen; erschaffen; hervorbringen; skizzieren; konstruieren; verfertigen; fabrizieren; ins Leben rufen; anfangen; einsetzen; beginnen; aufnehmen; anheben; starten; herbeiführen; anrichten; treiben; betreiben; ausüben; pflegen; auslösen; bewirken; verursachen; antun; anstiften; abmachen; fertig bringen; Sport treiben; hinkriegen
- à faire: machbar; realisierbar; erreichbar; zugänglich; begehbar; fahrbar; gangbar; Aufgabe
Spelling Suggesties voor: pouvoir faire
- Searching for suggestions...
Wiktionary: pouvoir faire
pouvoir faire
verb
-
in der Lage sein, etwas zu tun
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van pouvoir faire
Duits
Suggesties voor pouvoir faire in het Duits
Spelling Suggesties voor: pouvoir faire
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: