Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: couture

Franse en Duitse zoekresultaten voor: couture

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

couture:
- Narben; Stickerei; Näherei; Nähzeug; Schließnaht; Schlußnaht
Wiktionary:
- couture → Naht, Couture
- couture → Saum, Naht, Nähen

Frans

Uitgebreide vertaling voor couture (Frans) in het Duits

couture:

couture [la ~] zelfstandig naamwoord

la couture (cicatrices; balafres)
die Narben
- Narben [die ~] zelfstandig naamwoord
la couture
die Stickerei
- Stickerei [die ~] zelfstandig naamwoord
la couture (ouvrage de couture)
die Näherei; Nähzeug
- Näherei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Nähzeug [das ~] zelfstandig naamwoord
la couture (couture qui joint deux étoffes)
die Schließnaht; die Schlußnaht
- Schließnaht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlußnaht [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor couture:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Narben	balafres; cicatrices; couture
Näherei	couture; ouvrage de couture
Nähzeug	couture; ouvrage de couture	accessoires de couture; nécessaire de coudre
Schließnaht	couture; couture qui joint deux étoffes
Schlußnaht	couture; couture qui joint deux étoffes
Stickerei	couture	broderie; ouvrages piqués; piqûre; surpiqûre

Synoniemen voor "couture":

brochage; assemblage; pliage; pliure; reliure; montage; raccord; piqûre; surjet; confection; prêt-à-porter; mode; vogue; pratique; style; guide; coutume

Wiktionary: couture

couture

noun

Linie, wo sich zwei durch Nähen verbundene Stoffe berühren
- Naht → couture
Kurzform für Haute Couture, für die Mode tonangebende Schneiderkunst
- Couture → couture

Cross Translation:

From	To	Via
• couture	→ Saum; Naht	↔ seam — folded back and stitched piece of fabric
• couture	→ Nähen	↔ sewing — action of the verb to sew

Verwante vertalingen van couture