Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: pied

Franse en Duitse zoekresultaten voor: pied

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

pied:
- Fahrgestell; Fußgestell; Gestell; Chassis; Stativ; Fuß
à pied:
- laufend; fließend; gutgehend
Wiktionary:
- pied → Fuß, Pfote, Bein
- pied → Fuss, Fuß, Fußstapfen, Fußspur, Fußabdruck, Profil
- à pied → zu Fuß
- à pied → zu Fuß, laufen

Frans

Uitgebreide vertaling voor pied (Frans) in het Duits

pied:

pied [le ~] zelfstandig naamwoord

le pied (base; châssis; support)
Fahrgestell; Fußgestell; Gestell; Chassis
- Fahrgestell [das ~] zelfstandig naamwoord
- Fußgestell [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gestell [das ~] zelfstandig naamwoord
- Chassis [das ~] zelfstandig naamwoord
le pied (statif)
Stativ; Gestell
- Stativ [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gestell [das ~] zelfstandig naamwoord
le pied
der Fuß
- Fuß [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pied:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Chassis	base; châssis; pied; support	cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette
Fahrgestell	base; châssis; pied; support	cadre; cadres; carcasse; charpente; chevalet; châssis; encadrement; l'ossature; squelette; support; train d'atterrissage; tréteau
Fuß	pied
Fußgestell	base; châssis; pied; support	chevalet; piédestal; socle; support; tréteau
Gestell	base; châssis; pied; statif; support	cadre; cadres; carcasse; charpente; chevalet; châssis; crémaillère; culot; douille; encadrement; grille; l'ossature; manchon; monture; monture de lunettes; piédestal; raccord; socle; soutien; squelette; support; séchoir à linge; tréteau; échafaudage; étagère
Stativ	pied; statif

Synoniemen voor "pied":

arpion; panard; ergot; peton; patte; jambe; serre; paturon; pédicule; queue; pédoncule; vers; plant; plantation; semis; cep; tige; ripaton

Wiktionary: pied

pied

noun

anatomie|fr partie du corps humain située à l’extrémité des jambes.
- pied → Fuß; Pfote

pied

noun

nur Singular: veraltete Maßeinheit
- Fuß → pied
ein paariger Körperteil beim Menschen und höher entwickelten Spezies, unterer Teil des Beines
- Fuß → pied
^[1] ähnlicher Teil von Möbeln
- Bein → pied; jambe

Cross Translation:

From	To	Via
• pied	→ Fuss; Fuß	↔ foot — part of human body (jump)
• pied	→ Fuß	↔ foot — bottom of anything (jump)
• pied	→ Fuß	↔ foot — unit of measure (jump)
• pied	→ Fußstapfen; Fußspur; Fußabdruck; Profil	↔ footprint — The impression of the foot
• pied	→ Fuß	↔ voet — oude lengtemaat
• pied	→ Fuß	↔ voet — voortzetting van het been beneden de enkel

à pied:

à pied bijvoeglijk naamwoord

à pied (en courant; en cours; courant)
laufend; fließend; gutgehend
- laufend bijvoeglijk naamwoord
- fließend bijvoeglijk naamwoord
- gutgehend bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor à pied:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fließend	courant; en courant; en cours; à pied	coulant; courant; fluide
gutgehend	courant; en courant; en cours; à pied	allant bien
laufend	courant; en courant; en cours; à pied

Synoniemen voor "à pied":

pédestrement; pédibus cum jambis

Wiktionary: à pied

à pied

adverb

au moyen de ses pieds ; marcher ; pédestrement.
- à pied → zu Fuß

à pied

wörtlich: durch Fortbewegung auf den Füßen
- zu Fuß → à pied; pédestrement; pedibus

Cross Translation:

From	To	Via
• à pied	→ zu Fuß	↔ afoot — means of locomotion, walking
• à pied	→ zu Fuß	↔ on foot — walking, jogging, running
• à pied	→ laufen	↔ walk — to travel a distance by walking

Verwante vertalingen van pied