Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gars:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor gars (Frans) in het Duits

gars:

gars [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le gars (mec; monsieur; homme; zèbre; type)
    der Mann; der Kerl; Kerlchen; der Bursche; der Bruder; der Geselle
    • Mann [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kerl [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kerlchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bursche [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bruder [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Geselle [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. le gars (mec; gaillard; homme; type)
    der Mann; der Typ; der Kerl
    • Mann [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Typ [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kerl [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. le gars (types)
    der Kerl; der Tröpfe
    • Kerl [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Tröpfe [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gars:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bruder gars; homme; mec; monsieur; type; zèbre ambulancier; confrère; frangin; frère; garde-malade; infirmier
Bursche gars; homme; mec; monsieur; type; zèbre adolescent; bonhomme; jeune homme; petit homme
Geselle gars; homme; mec; monsieur; type; zèbre accompagnateur; adepte; adhérant; aide; ami; amie; assistant; bon ami; bonne amie; camarade; clerc; commis; compagne; compagnon; copain; copine; disciple; domestique; genre humain; homme; humanité; individu; laquais; membre du personnel; partenaire; partisan; secondant; serviteur; suiveur; valet; valet de chambre; être humain
Kerl gaillard; gars; homme; mec; monsieur; type; types; zèbre dandy; domestique; fat; genre humain; homme; humanité; individu; laquais; personne du sexe masculin; type; valet; valet de chambre; être humain
Kerlchen gars; homme; mec; monsieur; type; zèbre asticot; avorton; bambin; bonhomme; bébé; enfant; gamin; gosse; jeune enfant; mioche; moutard; nabot; petiot; petit; petit enfant; petit garçon; petit homme; petite fille; tout-petit; têtard; vermisseau
Mann gaillard; gars; homme; mec; monsieur; type; zèbre compagne; compagnon; conjoint; domestique; femme; genre humain; homme; humanité; individu; laquais; mari; partenaire; personne du sexe masculin; valet; valet de chambre; épouse; époux; être humain
Tröpfe gars; types andouilles; crétins; imbéciles; ânes; écervelés
Typ gaillard; gars; homme; mec; type catégorie; classe; espèce; genre; sorte; subdivision; type

Synoniemen voor "gars":


Wiktionary: gars

gars
noun
  1. -
  2. junger Mann; Junge

Cross Translation:
FromToVia
gars Kerl bloke — man
gars Kerl; Bursche; Junge boy — male of any age, used as a friendly diminutive
gars Jungs boy — male friend
gars Junge; Kerl dude — slang: man
gars Kerl; Typ geezer — a male person
gars Kerl; Typ guy — man
gars Bursche lad — familiar term of address for a man

Verwante vertalingen van gars