Frans
Uitgebreide vertaling voor généralité (Frans) in het Duits
généralité: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- gêné: verlegen; schüchtern; scheu; zaghaft; befangen; verschämt; lästig; unbequem; unangenehm; unbehaglich; umbequem; knapp; prall; straff; hauteng; klamm sein; enganliegend; in Verlegenheit; knapp bei Kasse sein
- réalité: Leben; Existenz; Dasein; Sein; Lebenswandel; Fortbestehen; Halt; Festigkeit; Gewißheit; Wirklichkeit; Realität; Essenz; Wesenheit
généralité:
Synoniemen voor "généralité":
Wiktionary: généralité
généralité
noun
-
meist im Plural: allgemeine Redensarten