Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: surplus

Franse en Duitse zoekresultaten voor: surplus

Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. surplus:
  2. Wiktionary:
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Surplus:

Frans

Uitgebreide vertaling voor surplus (Frans) in het Duits

surplus:

surplus [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le surplus (supplément; prime; bonus)
    der Rest; die Reste; der Überschuß; Zuviel; der Restbestand; der Überrest; Surplus
    • Rest [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Reste [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Überschuß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zuviel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Restbestand [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Überrest [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Surplus [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. le surplus (exces)
    der Überschuß; Übermaß; im reichlichen Maße
  3. le surplus (abondance; débordement; excès; immodération; excédent)
    der Überfluß; Übermaß; der Auswuchs; der Überschuß; Zuviel
  4. le surplus (solde; restant; reste)
    der Saldo; die Bilanz; der Überschuß
    • Saldo [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bilanz [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Überschuß [der ~] zelfstandig naamwoord
  5. le surplus (résidus; restants)
    die Restbestände; die Überschüsse

Vertaal Matrix voor surplus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Auswuchs abondance; débordement; excès; excédent; immodération; surplus caroncule; excentricité; excroissance; excès; extravagance; protubérance
Bilanz restant; reste; solde; surplus bilan
Rest bonus; prime; supplément; surplus bon; chiffon; coupon; frichti; fricot; lambeau; métrage; pièce; pièce de tissu; quittance; restant; reste; reçu; récépissé; résidu; sédiment; tambouille; ticket; tissu; torchon
Restbestand bonus; prime; supplément; surplus bon; chiffon; coupon; lambeau; métrage; pièce; pièce de tissu; quittance; restant; reste; reçu; récépissé; résidu; sédiment; ticket; tissu; torchon
Restbestände restants; résidus; surplus
Reste bonus; prime; supplément; surplus
Saldo restant; reste; solde; surplus solde; solde de compte
Surplus bonus; prime; supplément; surplus bon; chiffon; coupon; lambeau; pièce; quittance; restant; reçu; récépissé; ticket
Zuviel abondance; bonus; débordement; excès; excédent; immodération; prime; supplément; surplus
im reichlichen Maße exces; surplus
Überfluß abondance; débordement; excès; excédent; immodération; surplus abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur
Übermaß abondance; débordement; exces; excès; excédent; immodération; surplus
Überrest bonus; prime; supplément; surplus bon; chiffon; coupon; lambeau; pièce; quittance; restant; reste; reçu; récépissé; résidu; ticket
Überschuß abondance; bonus; débordement; exces; excès; excédent; immodération; prime; restant; reste; solde; supplément; surplus
Überschüsse restants; résidus; surplus soldes positifs

Synoniemen voor "surplus":


Wiktionary: surplus

surplus
noun
  1. etwas, das in größerer Menge da ist, als benötigt
Cross Translation:
FromToVia
• surplus → Überschuss ↔ surplus — excess, overplus



Duits

Uitgebreide vertaling voor surplus (Duits) in het Frans

Surplus:

Surplus [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Surplus (Überschuß; Rest; Reste; )
    le surplus; le supplément; la prime; le bonus
    • surplus [le ~] zelfstandig naamwoord
    • supplément [le ~] zelfstandig naamwoord
    • prime [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bonus [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. Surplus (Coupon; Schein; Kassenschein; )
    le bon; le coupon; le reçu; le chiffon; la pièce; le ticket; le récépissé; la quittance; le lambeau; le restant
    • bon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • coupon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • reçu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • chiffon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pièce [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ticket [le ~] zelfstandig naamwoord
    • récépissé [le ~] zelfstandig naamwoord
    • quittance [la ~] zelfstandig naamwoord
    • lambeau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • restant [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Surplus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bon Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Gutschein
bonus Rest; Restbestand; Reste; Surplus; Zuviel; Überrest; Überschuß
chiffon Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Pfuscher; Putztuch; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Scheuerlappen; Schuster; Staubtuch; Staubtücher; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff; Stümper; Tuch; Wisch; wertlose Zeug
coupon Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Rückgabebon; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff
lambeau Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff; Tuch
pièce Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Einliegerwohnung; Fetzen; Flicken; Halle; Kammer; Lappen; Lokalität; Lumpen; Läppchen; Platz; Raum; Räumlichkeit; Saal; Spielstück; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer; kleiner Lappen
prime Rest; Restbestand; Reste; Surplus; Zuviel; Überrest; Überschuß Arbeitslohn; Aufgeld; Aufschlag; Aufwendung; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bonus; Ehrerbietung erweisen; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Extravergütung; Gage; Gehalt; Gewinn; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gewinnbeteiligung; Gewinnquote; Gratifikation; Honorar; Kosten; Lohn; Preis; Prämie; Tantieme; Verdienst; Versicherungsprämie; Zugabe; Zuschlag
quittance Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Abschnitt; Beleg; Empfangsschein; Kassenbon; Kassenschein; Lieferschein; Quittung; Schein; Zettel; Überweisungsschein
restant Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Bilanz; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Saldo; Überbleibsel; Überrest; Überschuß
reçu Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Abschnitt; Beleg; Bescheinigung; Beweis; Empfangsbestätigung; Empfangsschein; Kassenbon; Kassenschein; Lieferschein; Quittung; Rückschein; Schein; Zettel; Überweisungsschein
récépissé Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Abschnitt; Beleg; Bescheinigung; Empfangsbestätigung; Empfangsschein; Kassenbon; Kassenschein; Lieferschein; Quittung; Rückschein; Schein; Zettel; Überweisungsschein
supplément Rest; Restbestand; Reste; Surplus; Zuviel; Überrest; Überschuß Additiv; Anfüllung; Anhang; Anlage; Appendix; Aufgeld; Aufschlag; Beendung; Beibezahlung; Beifügung; Beilage; Bonus; Ergänzung; Erweiterung; Extravergütung; Fertigstellung; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gewinnbeteiligung; Gewinnquote; Gratifikation; Hinzufügung; Nachtrag; Prämie; Supplement; Tantieme; Versicherungsprämie; Vollendung; Zufügung; Zugabe; Zulage; Zusatz; Zuschlag
surplus Rest; Restbestand; Reste; Surplus; Zuviel; Überrest; Überschuß Auswuchs; Bilanz; Restbestände; Saldo; Zuviel; im reichlichen Maße; Überfluß; Übermaß; Überschuß; Überschüsse
ticket Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Abschnitt; Ausweis; Eintrittskarte; Empfangsschein; Karte; Kassenbon; Kassenschein; Lieferschein; Paß; Platzkarte; Schein; Zettel; Überweisungsschein
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bon adäquat; angemessen; angenehm; appetittlich; attent; aufrichtig; befähig; behilflich; bereitwillig; dienstbereit; dienstfertig; einverstanden; entgegenkommend; entsprechend; erfreulich; freigebig; freundlich; freundschaftlich; fähig; geeignet; gefällig; gemessen; gesellig; großzügig; gutartig; gutherzig; gutmütig; gönnerhaft; herrlich; herzgewinnend; herzlich; hilfsbereit; in Ordnung; kameradschaftlich; kapabel; kompetent; köstlich; lecker; leutselig; liebenswürdig; mild; nett; passend; rechtschaffen; richtig; sanft; sanftmütig; schmackhaft; spaßhaft; sympathisch; süß; tadellos; umgänglich; verlockend; weitherzig; wohltuend; wohlwollend
restant sonstig; übrig

Synoniemen voor "Surplus":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1090 seconde
Page rendered in 1.0 seconds