Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
-
prospère:
- glücklich; erfolgreich; glücklich verlaufend; günstig; gesund; in bester Form; wohlauf; springlebendig; fit; blühend; kapitalkräftig; vermögend; wohlhabend; gut gestellt; begütert; stein reich; gut situiert; finanzstark; sehr bemittelt; sehr reich; steinreich; frisch; geblümt; siegreich; triumphierend; triumphal; segensreich 6O; segensvoll; segenbringend
- prospérer:
-
Wiktionary:
- prospère → wohlhabend, erfolgreich
- prospérer → gedeihen, gelingen, geraten, glücken, prosperieren, florieren
- prospérer → blühen, florieren, gedeihen, prosperieren, aufblühen
Frans
Uitgebreide vertaling voor prospère (Frans) in het Duits
prospère:
-
prospère (réussi; florissant; couronné de succès)
glücklich; erfolgreich; glücklich verlaufend; günstig; gesund-
glücklich bijvoeglijk naamwoord
-
erfolgreich bijvoeglijk naamwoord
-
glücklich verlaufend bijvoeglijk naamwoord
-
günstig bijvoeglijk naamwoord
-
gesund bijvoeglijk naamwoord
-
-
prospère (bien portant; sain; en bonne santé; aisé; nanti; florissant; en forme; fortuné; en bonne condition)
gesund; in bester Form; wohlauf; springlebendig; fit; blühend-
gesund bijvoeglijk naamwoord
-
in bester Form bijvoeglijk naamwoord
-
wohlauf bijvoeglijk naamwoord
-
springlebendig bijvoeglijk naamwoord
-
fit bijvoeglijk naamwoord
-
blühend bijvoeglijk naamwoord
-
-
prospère (abondant; fortuné; aisé; florissant; bien portant; nanti; en bonne santé; en bonne condition; en forme)
kapitalkräftig; vermögend; wohlhabend; in bester Form; gut gestellt; begütert; stein reich; gut situiert; finanzstark; springlebendig; sehr bemittelt; sehr reich-
kapitalkräftig bijvoeglijk naamwoord
-
vermögend bijvoeglijk naamwoord
-
wohlhabend bijvoeglijk naamwoord
-
in bester Form bijvoeglijk naamwoord
-
gut gestellt bijvoeglijk naamwoord
-
begütert bijvoeglijk naamwoord
-
stein reich bijvoeglijk naamwoord
-
gut situiert bijvoeglijk naamwoord
-
finanzstark bijvoeglijk naamwoord
-
springlebendig bijvoeglijk naamwoord
-
sehr bemittelt bijvoeglijk naamwoord
-
sehr reich bijvoeglijk naamwoord
-
-
prospère (richement; riche; florissant; fortuné; abondant; puissant)
sehr reich; kapitalkräftig; steinreich; finanzstark-
sehr reich bijvoeglijk naamwoord
-
kapitalkräftig bijvoeglijk naamwoord
-
steinreich bijvoeglijk naamwoord
-
finanzstark bijvoeglijk naamwoord
-
-
prospère (florissant)
-
prospère (triomphant; triomphalement; heureux; triomphal)
siegreich; triumphierend; triumphal-
siegreich bijvoeglijk naamwoord
-
triumphierend bijvoeglijk naamwoord
-
triumphal bijvoeglijk naamwoord
-
-
prospère (salutaire; bienfaisant; heureux; de façon salutaire)
segensreich 6O; segensvoll; segenbringend-
segensreich 6O bijvoeglijk naamwoord
-
segensvoll bijvoeglijk naamwoord
-
segenbringend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor prospère:
Synoniemen voor "prospère":
Wiktionary: prospère
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• prospère | → wohlhabend | ↔ welvarend — over ruime financiële middelen beschikkend |
• prospère | → erfolgreich | ↔ successful — resulting in success |
prospérer:
prospérer werkwoord (prospère, prospères, prospérons, prospérez, prospèrent, prospérais, prospérait, prospérions, prospériez, prospéraient, prospérai, prospéras, prospéra, prospérâmes, prospérâtes, prospérèrent, prospérerai, prospéreras, prospérera, prospérerons, prospérerez, prospéreront)
-
prospérer (réussir; aller bien)
-
prospérer (réussir; aller bien)
-
prospérer (pousser; croître)
Conjugations for prospérer:
Présent
- prospère
- prospères
- prospère
- prospérons
- prospérez
- prospèrent
imparfait
- prospérais
- prospérais
- prospérait
- prospérions
- prospériez
- prospéraient
passé simple
- prospérai
- prospéras
- prospéra
- prospérâmes
- prospérâtes
- prospérèrent
futur simple
- prospérerai
- prospéreras
- prospérera
- prospérerons
- prospérerez
- prospéreront
subjonctif présent
- que je prospère
- que tu prospères
- qu'il prospère
- que nous prospérions
- que vous prospériez
- qu'ils prospèrent
conditionnel présent
- prospérerais
- prospérerais
- prospérerait
- prospérerions
- prospéreriez
- prospéreraient
passé composé
- ai prospéré
- as prospéré
- a prospéré
- avons prospéré
- avez prospéré
- ont prospéré
divers
- prospère!
- prospérez!
- prospérons!
- prospéré
- prospérant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor prospérer:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bis Hochkonjunktur kommen | aller bien; prospérer; réussir | |
blühen | aller bien; prospérer; réussir | |
florieren | aller bien; prospérer; réussir | aplanir; défroisser; lisser; niveler; polir; rendre lisse; égaliser |
gedeihen | aller bien; croître; pousser; prospérer; réussir | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blühen | fleurir |
Synoniemen voor "prospérer":
Wiktionary: prospérer
prospérer
Cross Translation:
verb
prospérer
verb
-
gedeihen, es zu Wohlstand bringen
-
sich in der allgemeinen Hochachtung erfolgreich entwickeln
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• prospérer | → blühen; florieren | ↔ boom — to be prosperous |
• prospérer | → gedeihen; prosperieren | ↔ thrive — to increase in bulk or stature |
• prospérer | → aufblühen; blühen; florieren | ↔ thrive — to prosper by industry |
• prospérer | → blühen | ↔ bloeien — het bijzonder goed maken |