Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: métier

Franse en Duitse zoekresultaten voor: métier

Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. métier:
  2. Wiktionary:
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Metier:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor métier (Frans) in het Duits

métier:

métier [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le métier (emploi; profession; fonction; activité; occupation)
    Fach; die Arbeit; der Beruf
    • Fach [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Arbeit [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Beruf [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. le métier (artisanat; profession)
    Gewerbe; Handwerk; die Wirtschaft; der Kaufhandel; der Handel; der Erwerb; der Beruf; die Branche
    • Gewerbe [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Handwerk [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Wirtschaft [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kaufhandel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Handel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Erwerb [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Beruf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Branche [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. le métier (profession; activités)
    Fach; der Beruf; die Branche; Metier
    • Fach [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Beruf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Branche [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Metier [das ~] zelfstandig naamwoord
  4. le métier
    die Erwerbsquelle; der Gelderwerb; der Erwerb; der Broterwerb
  5. le métier (occupation; activité; occupations; )
    die Beschäftigung
  6. le métier (commerce; trafic; entreprise; négoce)
    Handeltreiben

Vertaal Matrix voor métier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Arbeit activité; emploi; fonction; métier; occupation; profession activité; affairement; agitation; article; besogne; boulot; bricole; composition; conférence; corvée; devoir; dissertation; effervescence; effort; emploi; essai; exposé; fermentation; fonction; hobby; job; labeur; lieu de travail; mission; mémoire; occupation; office; ouvrage; passe-temps; petit travail; position; poste; problème; question; rédaction; tour de force; travail; travail salarié; tâche; épreuve
Beruf activité; activités; artisanat; emploi; fonction; métier; occupation; profession emploi; fonction; profession
Beschäftigung activité; activités; affaire; affaires; commerce; emploi; fonction; métier; occupation; occupations; profession activité; affairement; besogne; boulot; bousculade; bricole; chahut; charivari; cohue; corvée; effervescence; effort; embauchage; emploi; fonction; hobby; job; labeur; mission; nomination; occupation; passe-temps; petit travail; presse; tour de force; travail; travail salarié; tumulte; tâche; vacarme; élection; émoi
Branche activités; artisanat; métier; profession artisanat; branche; branche d'activités; coeur de métier; genre d'affaires; profession; secteur; secteur d'activité; segment vertical
Broterwerb métier
Erwerb artisanat; métier; profession achat; acquisition; affaire; obtention
Erwerbsquelle métier
Fach activité; activités; emploi; fonction; métier; occupation; profession branche; discipline; discipline de science; domaine professionnel; ordre; secteur; spécialisation; spécialité
Gelderwerb métier
Gewerbe artisanat; métier; profession activité; affairement; bureaux; compagnie; entreprise; entreprise commerciale; entreprises; exploitation; exploitation commerciale; fabrique; firme; maison; manufacture; pupitres; société; tables de travail; usine; établissement
Handel artisanat; métier; profession accord; affaire; affaires; commerce; commerce des marchandises; marchandise; marché; marché conclu; négoce; opération; trafic; transaction; échange
Handeltreiben commerce; entreprise; métier; négoce; trafic
Handwerk artisanat; métier; profession artisanat; expertise
Kaufhandel artisanat; métier; profession affaire; commerce; commerce des marchandises; marché; métier commercial; échange
Metier activités; métier; profession
Wirtschaft artisanat; métier; profession auberge; bar; bistro; bistrot; brasserie; café; coffeeshops; débit de boissons; politique économique; salon de thé; taverne; vie économique; zinc; économie; études de l'économie

Synoniemen voor "métier":


Wiktionary: métier

métier
noun
  1. profession.
métier
noun
  1. Arbeitsbereich, den jemand erlernt hat
  2. die allgemeine Arbeit; etwas, was mit bestimmten Handgriffen zu erledigen ist
  3. veraltet: Handwerk, Beruf(sstand), heute nur noch in Zusammensetzungen
  4. Bezeichnung für eine spezielle, erlernte Erwerbstätigkeit
Cross Translation:
FromToVia
• métier → Arbeit; Beruf; Job; Stelle; Anstellung ↔ job — economic role for which a person is paid
• métier → Metier ↔ métier — activity that is pursued as a trade or profession; a calling
• métier → Handwerk ↔ trade — skilled practice of an occupation
• métier → Beruf ↔ werk — beroep

Verwante vertalingen van métier



Duits

Uitgebreide vertaling voor métier (Duits) in het Frans

Metier:

Metier [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Metier (Fach; Beruf; Branche)
    le métier; la profession; l'activités

Vertaal Matrix voor Metier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activités Beruf; Branche; Fach; Metier Angelegenehiten; Arbeiten; Beschäftigung; Beschäftigungen; Geschäfte; Tätigkeiten
métier Beruf; Branche; Fach; Metier Arbeit; Beruf; Beschäftigung; Branche; Broterwerb; Erwerb; Erwerbsquelle; Fach; Gelderwerb; Gewerbe; Handel; Handeltreiben; Handwerk; Kaufhandel; Wirtschaft
profession Beruf; Branche; Fach; Metier Arbeit; Beruf; Berufsgruppe; Beschäftigung; Branche; Erwerb; Fach; Gewerbe; Handel; Handwerk; Job; Kaufhandel; Wirtschaft

Synoniemen voor "Metier":


Wiktionary: Metier

Metier
noun
  1. Arbeitsbereich, den jemand erlernt hat
Metier
noun
  1. Compétence.
Cross Translation:
FromToVia
• Metier → métier ↔ métier — activity that is pursued as a trade or profession; a calling







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0856 seconde
Page rendered in 1.0 seconds