Non-Sens: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

non-sens:
- Quatsch; Unsinn; Blödsinn; Larifari; Geschwafel; Geschwätz; dummes Zeug; Unsinnigkeit; Firlefanz; Torheit; Koller; Idiotie; Dummheit; Verrücktheit; Irrsinn; Unklugheit; Gequatsch; Geklatsch; Narrheit; Absurdität
Wiktionary:
- non-sens → Unsinn, Nonsens
- non-sens → Unsinn, Quatsch, Nonsens, Blödsinn

Duits naar Frans: Meer gegevens...

non-sens:
- Wiktionary:
  Nonsens → absurdité, non-sens
  Nonsens → foutaises, absurdité, bêtise, sottise, non-sens
- Synoniemen voor "Nonsens":
  Blödsinn; dummes Zeug; Firlefanz; Gewäsch; Humbug; Kappes; Kokolores; Käse; Mumpitz; Pipifax; Quark; Quatsch; Schmarren; Schmarrn; Schwachfug; Schwachsinn; Stuss; Tinnef; Unfug; Unsinn

Frans

Uitgebreide vertaling voor non-sens (Frans) in het Duits

non-sens:

non-sens [le ~] zelfstandig naamwoord

le non-sens (balivernes; absurdité)
der Quatsch; der Unsinn; der Blödsinn; Larifari; Geschwafel; Geschwätz; dummes Zeug; die Unsinnigkeit; der Firlefanz; die Torheit; der Koller
- Quatsch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Unsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Blödsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Larifari [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geschwafel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geschwätz [das ~] zelfstandig naamwoord
- dummes Zeug [das ~] zelfstandig naamwoord
- Unsinnigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Firlefanz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Torheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Koller [der ~] zelfstandig naamwoord
le non-sens (folie; sottise)
die Torheit; die Idiotie; der Unsinn; die Dummheit; die Verrücktheit; der Irrsinn; die Unklugheit
- Torheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Idiotie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Unsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Dummheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verrücktheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Irrsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Unklugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
le non-sens (bobards; bêtises; potins; sottises)
Geschwätz; Gequatsch; Geklatsch
- Geschwätz [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gequatsch [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geklatsch [das ~] zelfstandig naamwoord
le non-sens (absurdité; bêtise; idiotie; manque de raison; folie; manque de sagesse; sottise; aliénation mentale)
die Torheit; der Irrsinn; die Narrheit; die Absurdität; die Idiotie
- Torheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Irrsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Narrheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Absurdität [die ~] zelfstandig naamwoord
- Idiotie [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor non-sens:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Absurdität	absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise
Blödsinn	absurdité; balivernes; non-sens	baliverne; balivernes; bêtises; ineptie
Dummheit	folie; non-sens; sottise	badinage; blague; bouffonnerie; bévue; bêtise; caractère irréfléchi; cocasserie; déraison; erreur; faute; folie; gaffe; idiotie; imprudence; inconsidération; insipidité; irréflexion; maladresse; nullité; plaisanterie; raillerie; sottise; stupidité; énormité
Firlefanz	absurdité; balivernes; non-sens	absurdité; babiole; bagatelle; baliverne; balivernes; bibelot; bêtises; charabia; colifichet; falbalas; galimatias; ineptie; mesquinerie; petit rien; petite chose; radotage; sottise; stupidité
Geklatsch	bobards; bêtises; non-sens; potins; sottises	babillage; baliverne; balivernes; bavardage; bavardages; blasphème; brin de causette; calomnie; cancan; cancans; causerie; causette; clabaudage; commérage; commérages; conneries; conversation; diffamation; discours diffamatoire; entretien; infamie; jacassement; médisance; papotage; parler; racontar; racontars; radotage; radotages; ragots; rumeur; son; sottises; voix
Gequatsch	bobards; bêtises; non-sens; potins; sottises	babillage; balivernes; bavardage; bavardages; causerie; commérages; jacassement; papotage; radotage; radotages
Geschwafel	absurdité; balivernes; non-sens	absurdité; babillage; baliverne; balivernes; bavardage; bavardages; bêtises; causerie; charabia; commérages; galimatias; ineptie; jacassement; papotage; radotage; radotages; sottise; stupidité; tracasserie; verbiage
Geschwätz	absurdité; balivernes; bobards; bêtises; non-sens; potins; sottises	absurdité; babillage; baliverne; balivernes; batifolage; bavardage; bavardages; blasphème; bredouillage; brin de causette; bêtises; calomnie; cancan; cancans; causerie; causette; charabia; clabaudage; coin-coin; commérage; commérages; conneries; diffamation; discours diffamatoire; folâtrerie; galimatias; ineptie; infamie; jacassement; médisance; nasillement; papotage; querelle; racontar; racontars; radotage; radotages; ragots; rumeur; saletés; son; sottise; sottises; stupidité; tintouin; tracasserie; verbiage; voix; ébats
Idiotie	absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; idiotisme; plaisanterie; sottise; stupidité
Irrsinn	absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise	aliénation; aliénation mentale; démence; folie; maladie mentale; trouble mental; trouble psychique
Koller	absurdité; balivernes; non-sens	fureur; furie
Larifari	absurdité; balivernes; non-sens	absurdité; baliverne; balivernes; bêtises; charabia; galimatias; ineptie; radotage; sottise; stupidité
Narrheit	absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise	aliénation; allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; boutade; bêtise; cocasserie; comique; cris d'allégresse; drôlerie; déraison; esprit; farce; folie; gaieté; humour; idiotie; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité; trait d'esprit
Quatsch	absurdité; balivernes; non-sens	absurdité; baliverne; balivernes; bêtises; charabia; galimatias; ineptie; radotage; sottise; stupidité
Torheit	absurdité; aliénation mentale; balivernes; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise	absurdité; allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; bêtises; charabia; cocasserie; cris d'allégresse; déraison; farce; folie; gaieté; galimatias; idiotie; joie; plaisanterie; plaisir; radotage; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité
Unklugheit	folie; non-sens; sottise	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité
Unsinn	absurdité; balivernes; folie; non-sens; sottise	absurdité; allégresse; babillage; badinage; baliverne; balivernes; bavardage; bavardages; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; bêtises; causerie; charabia; cocasserie; commérages; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; galimatias; ineptie; jacassement; joie; papotage; plaisanterie; plaisir; radotage; radotages; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité
Unsinnigkeit	absurdité; balivernes; non-sens	absurdité; arriération mentale; folie
Verrücktheit	folie; non-sens; sottise	abrutissement; aliénation; aliénation mentale; allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; démence; déraison; farce; folie; fureur; furie; gaieté; idiotie; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité; trouble mental; trouble psychique; égarement
dummes Zeug	absurdité; balivernes; non-sens	absurdité; baliverne; balivernes; bêtises; charabia; galimatias; ineptie; radotage; sottise; stupidité

Synoniemen voor "non-sens":

absurdité

Wiktionary: non-sens

non-sens

noun

défaut de sens, de signification.
- non-sens → Unsinn; Nonsens

non-sens

noun

etwas, das keinen Sinn hat
- Unsinn → non-sens

Cross Translation:

From	To	Via
• non-sens	→ Unsinn; Quatsch; Nonsens; Blödsinn	↔ nonsens — taaluiting die geen betekenis heeft of geen betekenis schijnt te hebben

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van non-sens

Duits

Uitgebreide vertaling voor non-sens (Duits) in het Frans

Nonsens:

Synoniemen voor "Nonsens":

Blödsinn; dummes Zeug; Firlefanz; Gewäsch; Humbug; Kappes; Kokolores; Käse; Mumpitz; Pipifax; Quark; Quatsch; Schmarren; Schmarrn; Schwachfug; Schwachsinn; Stuss; Tinnef; Unfug; Unsinn

Wiktionary: Nonsens

Nonsens

noun

(umgangssprachlich) etwas sinnlos; Quatsch
- Nonsens → absurdité

Nonsens

noun

défaut de sens, de signification.
- non-sens → Unsinn; Nonsens

Cross Translation:

From	To	Via
• Nonsens	→ foutaises	↔ guff — nonsensical talk or thinking
• Nonsens	→ absurdité; bêtise	↔ nonsense — meaningless words
• Nonsens	→ sottise	↔ nonsense — untrue statement
• Nonsens	→ non-sens	↔ nonsens — taaluiting die geen betekenis heeft of geen betekenis schijnt te hebben

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van non-sens

SENS

Remove Ads

Franse en Duitse zoekresultaten voor: non-sens

Uitgebreide vertaling voor non-sens (Frans) in het Duits

non-sens:

non-sens [le ~] zelfstandig naamwoord

le non-sens (balivernes; absurdité)

le non-sens (folie; sottise)

le non-sens (bobards; bêtises; potins; sottises)

le non-sens (absurdité; bêtise; idiotie; manque de raison; folie; manque de sagesse; sottise; aliénation mentale)

Vertaal Matrix voor non-sens:

Synoniemen voor "non-sens":

Wiktionary: non-sens

Verwante vertalingen van non-sens

Uitgebreide vertaling voor non-sens (Duits) in het Frans

Nonsens:

Synoniemen voor "Nonsens":

Wiktionary: Nonsens

Verwante vertalingen van non-sens