Bec: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

bec:
- Schnauze; Mund; Klappe; Fresse; Schnabel; Unverschämt sein; Schwätzer; Tülle
Wiktionary:
- bec → Schnabel, Tülle, Spitze, Schnauze, Mundstück, Ausguss
- bec → Schnabel, Kuss, Busserl

Frans

Uitgebreide vertaling voor bec (Frans) in het Duits

le bec (gueule; museau)
die Schnauze; die Mund; die Klappe; die Fresse; der Schnabel
- Schnauze [die ~] zelfstandig naamwoord
- Mund [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klappe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Fresse [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schnabel [der ~] zelfstandig naamwoord
le bec (bec d'oiseau)
der Schnabel
- Schnabel [der ~] zelfstandig naamwoord
le bec (museau; gueule; groin)
Unverschämt sein
- Unverschämt sein [das ~] zelfstandig naamwoord
le bec (clapet; gueule; museau)
der Schwätzer
- Schwätzer [der ~] zelfstandig naamwoord
le bec (bec verseur)
die Tülle; der Schnabel; die Schnauze
- Tülle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schnabel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schnauze [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Fresse	bec; gueule; museau
Klappe	bec; gueule; museau	crécelle; hochet; jouet; volet d'atterrissage
Mund	bec; gueule; museau	bouche
Schnabel	bec; bec d'oiseau; bec verseur; gueule; museau	bouquins; bouquins de pipe; embouts
Schnauze	bec; bec verseur; gueule; museau	grande gueule; museau; pif
Schwätzer	bec; clapet; gueule; museau	bavard; bavards; bluffeur; bluffeurs; charlatans; chichiteux; fanfaron; fanfarons; hâbleur; péroreur; rabâcheurs; radoteurs; tapageur; vantard; vantards
Tülle	bec; bec verseur	bec verseur; tube
Unverschämt sein	bec; groin; gueule; museau

bec

noun

bec

noun

-
- Spitze → bec
Zoologie: das Mundwerkzeug bestimmter Tiere
- Schnabel → bec
Teil eines Blasinstruments, in das hineingeblasen wird
- Mundstück → bouquin; bec; embouchure
die Öffnung an einer Kanne oder Kanister, an der der Inhalt ausgegossen wird
- Ausguss → bec

Cross Translation:

From	To	Via
• bec	→ Schnabel	↔ beak — similar structure in an octopus
• bec	→ Schnabel	↔ beak — structure projecting from a bird's face
• bec	→ Schnabel	↔ bill — bird's beak
• bec	→ Kuss; Busserl	↔ kiss — touch with the lips
• bec	→ Schnabel	↔ snavel — een bek van een vogel