Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
- élementaire:
-
élémentaire:
- hell; nicht dunkel; grundlegend; elementar; grundsätzlich; notwendig; wesentlich; essentiell; fundamental; unentbehrlich; entscheidend; erforderlich; natürlich; unkompliziert; einfach; simpel; schlicht; anspruchslos; gewöhnlich; leicht; mühelos; imHandumdrehen; stumpfsinnig; dumm; nicht schwer; glatt; stumpf; geistlos; albern; kindisch; bei weitem; ungezwungen; gemächlich; harmlos; licht; einfältig; gefügig; zwanglos; ungekünstelt; sanft; gelinde; formlos; problemlos
-
Wiktionary:
- élémentaire → grundlegend
Frans
Uitgebreide vertaling voor élémentaire (Frans) in het Duits
élementaire:
-
élementaire (important; essentiel; fondamental; notable; d'importance)
wichtig; essentiell; wesentlich; entscheidend-
wichtig bijvoeglijk naamwoord
-
essentiell bijvoeglijk naamwoord
-
wesentlich bijvoeglijk naamwoord
-
entscheidend bijvoeglijk naamwoord
-
-
élementaire (essentiel; indispensable; fondamental; crucial; décisif)
notwendig; essentiell; erforderlich; nötig; unentbehrlich; wesentlich; wichtig; zentral-
notwendig bijvoeglijk naamwoord
-
essentiell bijvoeglijk naamwoord
-
erforderlich bijvoeglijk naamwoord
-
nötig bijvoeglijk naamwoord
-
unentbehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
wesentlich bijvoeglijk naamwoord
-
wichtig bijvoeglijk naamwoord
-
zentral bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor élementaire:
élémentaire:
-
élémentaire (pas sombre; clair; simplement)
-
élémentaire (de base)
grundlegend; elementar; grundsätzlich; notwendig; wesentlich; essentiell; fundamental-
grundlegend bijvoeglijk naamwoord
-
elementar bijvoeglijk naamwoord
-
grundsätzlich bijvoeglijk naamwoord
-
notwendig bijvoeglijk naamwoord
-
wesentlich bijvoeglijk naamwoord
-
essentiell bijvoeglijk naamwoord
-
fundamental bijvoeglijk naamwoord
-
-
élémentaire (indispensable; nécessairement; essentiel; essentielle; inéluctable; intrinsèque; inévitable; vital; foncièrement; de première nécessité; critique; fondamental; décisif; crucial; de base)
notwendig; unentbehrlich; essentiell; wesentlich; entscheidend; erforderlich-
notwendig bijvoeglijk naamwoord
-
unentbehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
essentiell bijvoeglijk naamwoord
-
wesentlich bijvoeglijk naamwoord
-
entscheidend bijvoeglijk naamwoord
-
erforderlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
élémentaire (naturel; simple; sans prétention; sobre; sans fard; simplement; sans apprêt; ordinaire; sans recherche; sans affectation)
natürlich; unkompliziert; einfach; simpel; schlicht; anspruchslos; gewöhnlich-
natürlich bijvoeglijk naamwoord
-
unkompliziert bijvoeglijk naamwoord
-
einfach bijvoeglijk naamwoord
-
simpel bijvoeglijk naamwoord
-
schlicht bijvoeglijk naamwoord
-
anspruchslos bijvoeglijk naamwoord
-
gewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
élémentaire (pas difficile; facile; simple; léger; pratique; légère; aisé; confortable; facilement; simplement; agréable; confortablement; naïf; seul; commode; puérilement; sobre; adroit; niais; obtus; très vite; agile; sans peine; aisément; ingénu; sans effort; naturel; enfantin; en bon enfant; sans prétention; sans esprit; comme un enfant; terne; borné; puéril; commodément; naïvement; ordinaire; d'enfant; simple d'esprit; d'une façon enfantine)
einfach; leicht; simpel; mühelos; imHandumdrehen; stumpfsinnig; dumm; anspruchslos; nicht schwer; glatt; schlicht; stumpf; geistlos; albern; kindisch; bei weitem-
einfach bijvoeglijk naamwoord
-
leicht bijvoeglijk naamwoord
-
simpel bijvoeglijk naamwoord
-
mühelos bijvoeglijk naamwoord
-
imHandumdrehen bijvoeglijk naamwoord
-
stumpfsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
dumm bijvoeglijk naamwoord
-
anspruchslos bijvoeglijk naamwoord
-
nicht schwer bijvoeglijk naamwoord
-
glatt bijvoeglijk naamwoord
-
schlicht bijvoeglijk naamwoord
-
stumpf bijvoeglijk naamwoord
-
geistlos bijvoeglijk naamwoord
-
albern bijvoeglijk naamwoord
-
kindisch bijvoeglijk naamwoord
-
bei weitem bijvoeglijk naamwoord
-
-
élémentaire (facilement; automatiquement; libre; facile; de soi; sans contrainte; aisé; légère; léger; aisément; naturellement; sans effort; simple; commode; naturel; simplement; tout seul; sans peine; commodément; très vite; non affecté)
ungezwungen; einfach; gemächlich; mühelos; harmlos; gewöhnlich; licht; glatt; einfältig; gefügig; zwanglos; simpel; ungekünstelt; imHandumdrehen; leicht; sanft; schlicht; gelinde; anspruchslos; kindisch; formlos-
ungezwungen bijvoeglijk naamwoord
-
einfach bijvoeglijk naamwoord
-
gemächlich bijvoeglijk naamwoord
-
mühelos bijvoeglijk naamwoord
-
harmlos bijvoeglijk naamwoord
-
gewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
licht bijvoeglijk naamwoord
-
glatt bijvoeglijk naamwoord
-
einfältig bijvoeglijk naamwoord
-
gefügig bijvoeglijk naamwoord
-
zwanglos bijvoeglijk naamwoord
-
simpel bijvoeglijk naamwoord
-
ungekünstelt bijvoeglijk naamwoord
-
imHandumdrehen bijvoeglijk naamwoord
-
leicht bijvoeglijk naamwoord
-
sanft bijvoeglijk naamwoord
-
schlicht bijvoeglijk naamwoord
-
gelinde bijvoeglijk naamwoord
-
anspruchslos bijvoeglijk naamwoord
-
kindisch bijvoeglijk naamwoord
-
formlos bijvoeglijk naamwoord
-
-
élémentaire (fondamental; essentiel; foncièrement; en profondeur; approfondi; consciencieux; intrinsèque; crucial; consciencieusement; de base; dans le détail)
-
élémentaire (pas compliqué; ordinaire; facile; simple; sobre; sans problème; sans accroc; naturel; simplement; singulier; sans prétention; sans difficulté)
einfach; unkompliziert; simpel; einfältig; schlicht; problemlos-
einfach bijvoeglijk naamwoord
-
unkompliziert bijvoeglijk naamwoord
-
simpel bijvoeglijk naamwoord
-
einfältig bijvoeglijk naamwoord
-
schlicht bijvoeglijk naamwoord
-
problemlos bijwoord
-
Vertaal Matrix voor élémentaire:
Synoniemen voor "élémentaire":
Wiktionary: élémentaire
élémentaire
adjective
Computer vertaling door derden: