Frans
Uitgebreide vertaling voor tout de même (Frans) in het Duits
tout de même:
-
tout de même (toutefois; néanmoins; cependant)
trotzdem; jedoch; trotz; dennoch; allerdings; dessenungeachtet-
trotzdem bijvoeglijk naamwoord
-
jedoch bijvoeglijk naamwoord
-
trotz bijvoeglijk naamwoord
-
dennoch bijvoeglijk naamwoord
-
allerdings bijvoeglijk naamwoord
-
dessenungeachtet bijvoeglijk naamwoord
-
-
tout de même (pourtant; néanmoins; mais; cependant; toutefois; et pourtant)
aber; doch; allerdings; allein-
aber bijvoeglijk naamwoord
-
doch bijvoeglijk naamwoord
-
allerdings bijvoeglijk naamwoord
-
allein bijvoeglijk naamwoord
-
-
tout de même (bien entendu; bien sûr; naturellement; évidemment; certainement; pourtant; sans aucun doute; en effet; évident; quand même; de toute façon; cela va de soi; sans doute; sans contrainte; cependant; forcément; de toute évidence; effectivement; certes; naturel; d'ailleurs)
selbstverständlich; natürlich-
selbstverständlich bijvoeglijk naamwoord
-
natürlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
tout de même (en effet; vraiment; effectivement; si; mais si; quand même)
allerdings; in der Tat; das stimmt; wahrhaftig-
allerdings bijvoeglijk naamwoord
-
in der Tat bijvoeglijk naamwoord
-
das stimmt bijvoeglijk naamwoord
-
wahrhaftig bijvoeglijk naamwoord
-
-
tout de même (effectivement; en effet; évidemment; certes; sans aucun doute; forcément)
tatsächlich; indertat; selbstverständlich; allerdings; denn-
tatsächlich bijvoeglijk naamwoord
-
indertat bijvoeglijk naamwoord
-
selbstverständlich bijvoeglijk naamwoord
-
allerdings bijvoeglijk naamwoord
-
denn bijvoeglijk naamwoord
-
-
tout de même (effectivement; vrai; en effet; vraiment; véritable; véritablement; véridique; en vérité; véridiquement)
allerdings; wahrhaft; wahrhaftig; das stimmt; in der Tat-
allerdings bijvoeglijk naamwoord
-
wahrhaft bijvoeglijk naamwoord
-
wahrhaftig bijvoeglijk naamwoord
-
das stimmt bijvoeglijk naamwoord
-
in der Tat bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor tout de même:
Wiktionary: tout de même
tout de même
Cross Translation:
adverb
-
-
- doch → cependant; donc; mais; néanmois; pourtant; quand même; tout de même; si; bien
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tout de même | → immerhin; trotzdem | ↔ all the same — anyway; nevertheless; nonetheless |