Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: toit

Franse en Duitse zoekresultaten voor: toit

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

toit:
- Decke; Kappe; Überdachung; Plane; Bedeckung; Kopfbedeckung; Mütze; Uniformmütze
Wiktionary:
- toit → Dach
- toit → Dach

Frans

Uitgebreide vertaling voor toit (Frans) in het Duits

toit:

toit [le ~] zelfstandig naamwoord

le toit (recouvrement; capote; couverture; toiture; dôme; coupole; couvercle)
die Decke; die Kappe; die Überdachung; die Plane; die Bedeckung; die Kopfbedeckung; die Mütze; die Uniformmütze
- Decke [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kappe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Überdachung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Plane [die ~] zelfstandig naamwoord
- Bedeckung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kopfbedeckung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Mütze [die ~] zelfstandig naamwoord
- Uniformmütze [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bedeckung	capote; coupole; couvercle; couverture; dôme; recouvrement; toit; toiture	couverture
Decke	capote; coupole; couvercle; couverture; dôme; recouvrement; toit; toiture	bâche; capuce; casque; couverture; couverture de lit; couvre-lit; dessus de lit; intensité du son; niveau sonore; plafond; tapis; tirage; tome; volume; volume sonore; édition
Kappe	capote; coupole; couvercle; couverture; dôme; recouvrement; toit; toiture	bonnet; brou; béret; calotte sphérique; capuchon; casquette; chapeau; couvre-chef; feutre; segment sphérique; écale
Kopfbedeckung	capote; coupole; couvercle; couverture; dôme; recouvrement; toit; toiture	bonnet; béret; casquette; chapeau; chaperon; couvre-chef; feutre
Mütze	capote; coupole; couvercle; couverture; dôme; recouvrement; toit; toiture	bonnet; béret; capuchon; casquette; chapeau; couvre-chef; feutre
Plane	capote; coupole; couvercle; couverture; dôme; recouvrement; toit; toiture	bâche; toiture
Uniformmütze	capote; coupole; couvercle; couverture; dôme; recouvrement; toit; toiture	bonnet; béret; béret d'uniforme; capuchon
Überdachung	capote; coupole; couvercle; couverture; dôme; recouvrement; toit; toiture	arcade; capuce; casque; voûte en plein-cintre

Synoniemen voor "toit":

abri; asile; refuge; retraite; cachette; gîte; tanière; antre; repaire; casemate; bercail; appentis; bergerie; hangar; parc; chez-soi; foyer; maison; couverture; toiture; couvercle; capote; banne; bâche; plaid; édredon; housse; caparaçon; protection; habitation; logis; demeure; logement; habitat; domicile; résidence; appartement; habitacle; home; nid

Wiktionary: toit

toit

noun

Couverture d’un immeuble (1):
- toit → Dach

toit

noun

Abdeckung eines Hauses, eines Fahrzeugs oder eines Zeltes
- Dach → toit

Cross Translation:

From	To	Via
• toit	→ Dach	↔ dak — het deel dat een gebouw aan de bovenkant bedekt en bescherming biedt tegen het weer
• toit	→ Dach	↔ roof — the cover at the top of a building

Verwante vertalingen van toit