Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: écrasement

Franse en Duitse zoekresultaten voor: écrasement

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

écrasement:
- Zermalmung; Zertrümmerung; Zerschmetterung; überhäufung; Schmähung; Verletzen; Beschädigen
Wiktionary:
- écrasement → Absturz
- écrasement → Zusammenstoß

Frans

Uitgebreide vertaling voor écrasement (Frans) in het Duits

écrasement:

écrasement [le ~] zelfstandig naamwoord

l'écrasement (broyage; désagrégation)
die Zermalmung; die Zertrümmerung
- Zermalmung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zertrümmerung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'écrasement (broiement; écrabouillage)
die Zertrümmerung; die Zerschmetterung
- Zertrümmerung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zerschmetterung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'écrasement (envahissement)
die überhäufung
- überhäufung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'écrasement (bocardage; dispersion; morcellement; émiettement; désagrégation; démembrement)
die Schmähung
- Schmähung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'écrasement (endommagement; dégâts; détérioration; dommage; atteinte; blessure; broyage; corrosion; désagrégation; meurtrissure)
Verletzen; Beschädigen
- Verletzen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Beschädigen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor écrasement:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Beschädigen	atteinte; blessure; broyage; corrosion; dommage; dégâts; désagrégation; détérioration; endommagement; meurtrissure; écrasement
Schmähung	bocardage; dispersion; démembrement; désagrégation; morcellement; écrasement; émiettement	affront; injure; insulte; moquerie; offense; raillerie; ricanement; rire de dérision; rire moqueur
Verletzen	atteinte; blessure; broyage; corrosion; dommage; dégâts; désagrégation; détérioration; endommagement; meurtrissure; écrasement
Zermalmung	broyage; désagrégation; écrasement
Zerschmetterung	broiement; écrabouillage; écrasement
Zertrümmerung	broiement; broyage; désagrégation; écrabouillage; écrasement
überhäufung	envahissement; écrasement

Synoniemen voor "écrasement":

aplatissage; laminage; compression; plaquage; crash; écrabouillage; écrabouillement; anéantissement; aplatissement; pressage; foulage; piétinement; trépignement; piaffement; pilonnage; bombardement; canonnage; arrosage; pressurage; exploitation; épuisement; oppression; trituration; concassage; broyage; émiettement; mastication

Wiktionary: écrasement

écrasement

noun

das Herabstürzen von Personen oder Gegenstand; ein Unfall
- Absturz → crash; écrasement; chute

Cross Translation:

From	To	Via
• écrasement	→ Zusammenstoß	↔ crash — vehicle accident

Computer vertaling door derden: