Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: immigration

Franse en Duitse zoekresultaten voor: immigration

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

immigration:
- Immigration; Einwanderung
Wiktionary:
- immigration → Einwanderung, Zuwanderung
- immigration → Immigration, Einwanderung

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Immigration:
- immigration
Wiktionary:
- Immigration → immigration

Frans

Uitgebreide vertaling voor immigration (Frans) in het Duits

immigration:

immigration [la ~] zelfstandig naamwoord

l'immigration
die Immigration; die Einwanderung
- Immigration [die ~] zelfstandig naamwoord
- Einwanderung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'immigration
die Einwanderung
- Einwanderung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor immigration:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Einwanderung	immigration
Immigration	immigration

Synoniemen voor "immigration":

exil; exode; déplacement; arrivée; entrée; migration; nomadisme; peuplement

Wiktionary: immigration

immigration

noun

action d’immigrer.
- immigration → Einwanderung

immigration

noun

Soziologie: die dauerhafte Verlegung des Wohnsitzes einer oder mehrerer Personen in ein anderes Gebiet (Stadt, Land, Staat)
- Zuwanderung → immigration
dauerhafte Niederlassung in einem fremden Land
- Einwanderung → immigration

Cross Translation:

From	To	Via
• immigration	→ Immigration; Einwanderung	↔ immigration — the act of immigrating
• immigration	→ Immigration; Einwanderung	↔ immigratie — het zich metterwoon vestigen van vreemdelingen in een land

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van immigration

loi sur l'immigration

Duits

Uitgebreide vertaling voor immigration (Duits) in het Frans

Immigration:

Immigration [die ~] zelfstandig naamwoord

die Immigration (Einwanderung)
l'immigration
- immigration [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Immigration:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
immigration	Einwanderung; Immigration	Einwanderung

Synoniemen voor "Immigration":

Einwanderung; Zuwanderung; Zuzug; Begebenheit; Ereignis; Geschehnis; Vorfall; Vorgang; Vorkommnis

Wiktionary: Immigration

Cross Translation:

From	To	Via
• Immigration	→ immigration	↔ immigration — the act of immigrating
• Immigration	→ immigration	↔ immigratie — het zich metterwoon vestigen van vreemdelingen in een land

Computer vertaling door derden: